Het was er weer ff vanochtend: De absolute stilte. Zondagochtend is een soort basisvoorwaarde, zeker als het al na tienen is. De blik naar Coves gericht, de heuvel in mijn rug. Een kraaiende haan ergens aan het eind van het dorp. Een echoënde stem van een herder in een andere verte. Heel vagelijk ver weg iets wat een auto zou kunnen zijn. Geen overvliegende machines met hun sonore ondertonen. Enkel een zwaluw scheert geluidloos voorbij. Ineens zijn ook de laatste verstoringen verdwenen: stilte.
Alleen nog beeld. Zonder inleiding zou je aan je gehoor gaan twijfelen. Omringd door de meer en meer vergelende heuvels. Omgewoelde aardappelakkers in het dal. Strak in het gelid gevulde maïsvelden. Geen schaapskudde te bekennen. De daken van Coves links, het dal naar Agnita in het rechter deel van het blikveld.
Ik ben blijven staan. De heren gingen links en rechts van me liggen. Prada en haar moeder waren geluidloos druk met de muizenjacht. "De volgende ongehoorzaamheidsversterker" schoot ff door me heen, waarna ik ze hun gang heb laten gaan en mijn blik over het dal heb laten glijden. Van links, nnw, naar rechts, zzo. Kijken, genieten en tot in je kleine teen beseffen, dat het leven iets unieks is. Niet dat je daar veel mee opschiet, maar het was er wel. Wat heb je aan het unieke van het leven als mens, als je het alleen met mensen kunt delen? Soort zelfbevlekking. Wij van Wc-eend ....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten