zondag 3 mei 2020

Gezwabber

 Altijd gedacht dat regen een ramp was, maar wachten op regen is net nog een graadje erger. Nu is wachten nooit iets waar je, ik naar uitkijk. Mijden als de pest waar mogelijk. Afspraakje? Na vijf minuten nog steeds niks? Wegwezen. D'r zijn d'r die leren het nooit. Ooit met iemand opgetrokken, waarvan ik wist, als er een tijdstip was afgesproken, ik rustig een uur erbij kon optellen en dan nog was ik zelden de laatste die ten tonele verscheen. Maar oké, dat was geen vrouw en had niks met een relatie te maken. En het leuke bij mn vrouwelijke te laat komers is, dat je dan achteraf de vrg krijgt "Waarom ben je niet gekomen?" ....

 Maar ik dwaal af, zoals ik wel vaker afdwaal. Van het een naar het ander en hop, nog een stap verder en voordat je het weet, heb je het ergens over, waar je helemaal niet mee bezig was, toen je begon. Ik kan nu terug naar 'regen', 'wachten in z'n algemeenheid' en/of 'wachten op vrouwen'. Ik kan het natuurlijk ook over een heel andere boeg gooien. Ik denk, ik duik voor het moment de tuin in. Het is vergelijkbaar met blessuretijd. Blessure van de regen. Ik denk het zal aan vochtgebrek liggen.

 Vanochtend de bezem door mijn zaaigoed gehaald. Niet echt rigoreus, maar de nodige zakjes zijn gesneuveld. Nu kun je die dingen ongeopend wegkieperen, maar daar heb ik niet voor gekozen. Al het spul dat ruim over de datum was en/of al had bewezen geen zin meer in ontkiemen te hebben, heb ik geopend en in een bakje geschud. Het resultaat is een dikke bodem met een mix van kruiden, bloemen en sierkalebassen. Ik geeft het nog een kans en ga het mengsel in twee rijen zaaien en zien wat er uiteindelijk nog boven de grond verschijnt. In rijen om een beetje een richtlijn te hebben bij de bepaling van wat onkruid cq ongewenst is en wat niet. Allez!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten