Nieuw boek. Niet zo meeslepend als de beschrijvingen van Grossman en in eerste instantie zelfs irritant. Geen goed begin voor een boek. Dat ik inmiddels bijna 100 pagina's gelezen heb en de met prijzen overladen schrijfster in haar tweede boek nog midden in het voorstellen van de hoofdpersonen zit is op zich niet zo erg en anderzijds de bron van de irritatie. Wat die irritatie is?
"Évi was al uren op en liet Aja in bed van de slaap genieten, een slaap als de mistdeken die het landschap aan het oog onttrekt, als de pauze waarin de beer de winter overslaat, als een zomerse middagzon waar Aja in de winter zo hartstochtelijk naar verlangt, om, eenmaal wakker, samen het tuinpad af te lopen, door de scheef hangende poort, waar ze gisteren Ziggi door hadden zien vertrekken, zonder schoenen, die hij weggeven had en een laatste radslag makend met de zwarte koffer onder zijn arm, over het zanderige pad richting de brug over het klaprozenveld te lopen, dat het zomers rode kleed voor dit jaar had afgelegd en haar naakte binnenkant toonde, als een diva op de rand van haar bed de peignoir van zich af laat glijden, als een mossel zonder schelp, als het kale vel van de kip, die Évi in de morgen haar nek had omgedraaid en geplukt."
Zoiets, dus, maar dan net iets vloeiender, vanzelfsprekender dan mijn poging. Nee, niet de lange zin is het probleem. Teveel vergelijking, teveel uitwijden, teveel details. Teveel willen zeggen in één adem. Toch intrigeert het ook. En dat op meervoudige wijze. Enerzijds het op-/beschrijven en anderzijds het bij elkaar fantaseren van de drie verschillende levens, daar vorm aan weten te geven en ze op geloofwaardige wijze met elkaar te verweven. Dat is natuurlijk niks bijzonders, want dat gebeurt tenslotte in alle romans. Alleen ben ik er nooit zo mee bezig geweest. Zou er altijd een kern van waarheid in (moeten) zitten? Het is tenslotte geen Harry Potter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten