zondag 11 december 2016

Tegendraads

 Hikken. Ergens tegen aan hikken. De vinger niet op de juiste plek weten te leggen. En maar hikken. Na de lampen-ophang-opzwiepert de voorspelbare dip-down. De domper zonder reden. De 'Waarom doe ik het?' cq 'Wat is de zin ervan?'. Niet het 'Ha, leuk, aardig, wat mooi!', meer graag en morgen verder. Relativeren is oké, maar kapot redeneren slaat nergens op.

 Nu trekt het wel weer bij, al gaat dat niet vanzelf. Maar het is toch een beetje raar om de Everst te beklimmen en op de top niet uit je dak te gaan, maar je af te vragen wat de zin van de exercitie is geweest. Toch? Of ben ik in deze geen uitzondering? En dan afdalen en onderweg alweer plannen smeden voor de volgende top. Het streven naar een volgende kick, die nauwelijks tot kicken zal leiden.

 Het zwiepen van het ene uiterste naar het andere is niet alles, net zo goed als de saaie middelmaat wel rustig maar ook kleur- en smaakloos is. Het pieken gaat niet samen met het beleven. Gebrek aan synchroniteit. Verschoven werelden. Ontkoppelt gareel. Eens stevig trappen? Zou het helpen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten