Weer een prachtige dag. Een nwe week. Weinig nieuws onder de stralende ochtendzon. Oude wijn in nwe zakken. Aan de slag met wat allang gebeurd had kunnen zijn. Behalve het ontbijt dan. Dat mag ook eerst. Dan koffie. En dan 'ns zien. Anderen aan de oren trekken. Mezelf niet vergeten.
Opruimen mag. Poetsen moet. Ruimte maken een verplichting. Meer een kwestie van ruimte vinden, waar je 'm bijna met een vergrootglas moet zoeken. Het wordt tijd voor de trap, parket in de tuinkamer zodat ik bij alles wat het huis ingesleept wordt kan zeggen: "Zet maar in je eigen kamer!" De zooi barst uit z'n voegen. De doorloop in de keuken is voor de afwisseling weer een keerje geblokkeerd. Ditmaal met de eetkamerstoelen die nog niet op hun plek kunnen omdat daar de geluidsboxen staan waar nog geen plaats voor is in mijn kamer, omdat het boekenrek nog steeds in het ideeënstadium is blijven steken.
Er is geen plek om iets te verzetten, zonder dat iets anders van z'n plek moet. Wat er uiteindelijk onvermijdelijk toe leidt dat iets definitief moet wijken of wederom slechts voorlopig ergens aan een kant wordt geschoven, wat dan momenteel alleen nog maar in het gastenhuisje of schuur betekent. Waarbij de schuur al bijna gelijk staat aan 'bij het grofvuil' als het afgeschovene niet water- en vuilwerend is, dus van plastic, geverfd hout of niet-oxiderend metaal. Om te gillen. Laat ik de week met gillen beginnen. Misschien bevrijdt het.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten