dinsdag 20 augustus 2019

Gepasseerd

 Zou nou mijn moeder wel willen bellen. Rare neiging. Eerst dik 40 jaar d'r vooral niet mee bezig zijn en als het dan in feite niet meer kan, bedenken, dat je het wel zou willen kunnen doen. En als, wat dan? Zo ze de telefoon al hoort, kan pakken en de juiste knoppen weet in te drukken, zou de prangende vrg (natuurlijk?) zijn: 'Wat vind jij nou van die hele toestand, waar je in terecht bent gekomen?' Èn; 'Wat zou je het liefst willen?'

 Mijn moeder kennende zou daar geen rechtstreeks, direct antwoord op komen. Zo haar grijze massa nog tot werken in staat is, zou ze zich afvragen waar ik heen wil en wat ik in feite, volgens haar dan, graag zou willen horen. Afhankelijk van het feit of ze achter haar antwoord kan staan of het puur een soort façade is, krijg je een meer of minder gemeende reactie. De tijd, dat ze het zo wist te brengen, dat ik niet door had, dat ze naar een gewenst antwoord zocht, is allang lang voorbij. Ik was snel minder naïef en mijn moeder gaandeweg niet meer zo 'doortrapt', als ze ooit wel is geweest.

 Klinkt erger dan het was. Had gewoon te maken met het feit, dat dingen als overleg en discussie in zoverre ik me dat kan herinneren pas begrippen met betekenis werden, toen ik allang het ouderlijk huis had verlaten. Waar we, de oudste drie in elk geval, het mee moesten doen, waren voldongen feiten. Best makkelijk, afhankelijk van hoe je er tegen aan kijkt.

 Vragen kon je altijd. De antwoorden beperkten zich meestal tot de simpele tweedeling 'Ja' of 'Nee', waarbij een 'Ja' dan meestal nog gepaard ging met de nodige restricties. Een 'Nee' was wat dat betreft duidelijker. Dan deed je op een gegeven moment nog wat je wilde, maar waren in elk geval de consequenties duidelijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten