Lag gisteravond, het zal ongeveer half twaalf zijn geweest, in bad, keek naar mijn voeten, liet mijn ogen langzaam langs de onderbenen omhoog kruipen en dacht:
"Raar, zo'n lichaam. Wat moet je ermee? Wat heb je eraan? Waarom heb je het überhaupt nodig?"
Ooit was het lijf flexibeler dan de geest. Dat ligt nu ietsje anders. Vroeger kon je vanalles en vroeg je je af of je dat wel wilde. Nu wil je vanalles en vraag je je af of dat nog wel kan. Waar je het ooit nodig had, wordt het inmiddels meer en meer een obstakel. Het eeuwige fysieke leven lijkt me dan ook niets. Het loskoppelen van geest en lichaam lijkt me een ongeëvenaarde revolutie te ontketenen. Letterlijk grensoverschrijdend. En dat in meervoud.
Enige denkbare minpuntje is de vrg of ideeën de gewenste voldoending geven, als ze fysiek niet gerealiseerd kunnen worden. Tenzij die realisatie aan zoiets als robots overgelaten kan worden. En hoe 'zie' je dan het resultaat? Communicatie is zo'n ander punt. Helemaal lijfloos zal niet direct kunnen, maar dat en de rest is een kwestie van tijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten