Een vreemde mix van aangename voldoening en onbestemdheid. Weet niet of het uitersten zijn maar ze zitten wel aan de respectievelijke einden van mijn momentele beleving. Het is meer gebroken wit en grijs dan wit/zwart. Hoe prettig uitersten soms ook kunnen zijn, zit ik daar, zoals bekend mag zijn, al een tijdje niet meer om te springen. De grijsheid zou me dus moeten bevallen, hoewel ik een hekel heb aan die kleur. Zo'n hekel, dat ik alleen vanwege de titel een boek als 'Vijftig tinten grijs' nooit zal lezen. Heb bovendien niet het idee, dat ik daar iets mee mis.
Ik zwem dus zogezegd een beetje en weet niet of ik dat prettig moet vinden. Heb ik een strand onder handbereik of is het water tot aan aan de einder, waarheen ik ook kijk. Alleen het idee jaagt me al de stuipen op het lijf. Net als in de oceaan duiken, als je weet, dat de eerste 5 km onder je alleen maar water is ... Geen bodem, geen houvast. En als je die wel denkt te hebben stort je 90 meter naar beneden, als je op het verkeerde moment op de verkeerde plek bent, zoals in Genua een aantal weken geleden.
Nee, geeft mij maar vaste grond onder mijn voeten en zo min mogelijk verrassingen die het niveau van een kop koffie op bed overstijgen. Het is niet zozeer saaiheid als zekerheid, waar het om draait. Weten waar je aan toe bent. Weten wat je te wachten staat. Weten wat ergens de consequenties van zijn. Kunnen overzien wat komen gaat. Tja, dan is de dood wel een vervelend onderwerp. Toch?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten