maandag 22 augustus 2016

Verderf

 Het is godgeklaagd hoe mensen kunnen omgaan met spullen. Het valt me op aan het tempo, waarin de spullen, die een jaar geleden ondanks jarenlang gebruik nog als nieuw uitzagen, nu uit het schroot gevist lijken. Het is dus geen kwestie van jaren- of decennialang gebruik, dat alles zo afgeleefd en onderkomen uitziet. En ook niet zo zeer een kwestie van minderwaardige materialen. Het is een kwestie van desinteresse en miserabel onderhoud. Het is om te huilen.

 Het totale gebrek aan aandacht voor de wereld der dingen om je heen, voor wat bijgehouden moeten worden en voor een praktische aanpak van handelingen is een familiekwaal. Het leidt maar tot één ding en dat is in alles achter de feiten aanlopen. Je laat dus eerst alles aankoeken, verroesten, verrotten en/of anderszins naar de verdoemenis gaan tot er een moment komt, dat je bedenkt of realiseert, dat het zo echt niet kan en er een 'grote schoonmaak' tegen aan gooit. Te laat. Nooit meer schoon te krijgen, tenzij met de meest grove middelen en alle gevolgen vandien.

 Ik ben niet zo'n schoonmaker, dat geef ik grif toe, en kan me dat permiteren, omdat ik heel simpel de boel zo min mogelijk vuil probeer te maken. Niks laat aankoeken, geen etensresten op de vloer gooit (honden), geen kippen door het huis laat lopen, de afwas en zeker glazen en bestek afdroog en een gietijzeren kachel niet gebruik als afstelplek voor afwas en pannen. Om een paar uitschieters te benoemen. Ik kan er werkelijk met mijn pet niet bij. En maar poetsen. Altijd bezig met poetsen. Je zou dan toch moeten snappen, zelfs te midden van wat je altijd gewend bent geweest, dat iets niet goed gaat, niet gaat zoals het zou moeten, nou ja, oké, zoals het zou kunnen. Toch?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten