woensdag 16 januari 2019

Zoektocht

 De honden heb ik al uren niet gezien. Hoor ze ook nergens. De honden niet en gelukkig ook geen gehuil van wolven. Het is vroeg in de winter. Ze teren nog op hun zomervet, mag ik hopen.

 De dag loopt ten einde. Maak ik een bivak of loop ik door? Het is de derde dag van de terugweg. Gezien de afstand die me nog rest, is het zinloos onnodige risico's te nemen. Het gaat niet alleen om het zicht. 's Nachts loopt gewoon meer rond. Een rustplaats is verstandig. De warmte van een kampvuur zou niet verkeerd zijn. Het is te hopen, dat de honden terugkeren anders zie ik me niet in slaap vallen.

 Snel een geschikte plek gevonden. Onder groepje naaldbomen het afdakje gespannen en hout gesprokkeld voor het vuur. Straks een paar dikke takken afhakken, maar voor het begin is het voldoende. Ik verheug me al op de warmte van het vuur en de rust om in je eentje in de vlammen staren. Voorpret maar de vlammen laten nog ff op zich wachten. Het is een kwestie van ontdooien, droog stomen en vlam vatten.

 Een van de honden is verschenen. Ze maakt niet de indruk haar buik gevuld te hebben, maar is moe en tevreden. Haar portie brokjes is in no-time verorberd. Ik kauw op een stuk gedroogde ham. Meer uit automatisme dan vanwege trek. Het vuurtje groeit. De sneeuw in het pannetje smelt snel. Een kop soep voor mij en de rest straks voor de honden. Sneeuwhappen is leuk, maar het is niet voldoende om hun dorst te lessen.

 De namen van de andere twee al meermaals geroepen maar het blijft stil, enkel het vuur knispert. Het is inmiddels volledig donker. Bij geritsel in de struiken mag ik me afvragen of het mijn honden zijn of nieuwsgierig wild. Gelukkig is Tanger er. Zolang zij haar oren niet spitst, kan ik me met het vuur bezig houden en de neerdwarrelende sneeuwvlokken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten