De sleurppotentie van vanzelfsprekendheden. Je doet niks verkeerd. Sterker nog, alles wat je doet is goed, heeft een zekere noodzaak, moet vroeg of laat gebeuren. Dat kan op meerdere manieren. Je kunt je er oa van af maken of je gaat er bijv. in op. Dat laatste lijkt van toepassing op de manier, waarop ik me op het ogenblik door de dagelijksheden laat opslokken. Je kunt niet ontevreden zijn over wat je doet en toch is er onvrede.
De focus is verschoven en verkeerd terecht gekomen. Bijzaken worden hoofdzaken en verdringen het belang van waar het werkelijk zou moeten liggen. Dat is kul. Een foutje in de overgang naar binnen? Of het ff zat om de bijzaken alsmaar als bijzaak te moeten zien en behandelen? Vreemd. Een schone keuken kan natuurlijk wel voldoening geven, zelf een kick, maar dat kun je met de beste wil toch niet vergelijken met een klus, waarbij je streeft naar een gewenste eindresultaat en met niks moet beginnen.
Eenmalig vaak en dat is direct het zwakke punt. Als je klaar bent weet je hoe het (beter) zou moeten. Maar je zult zelden iets met die kennis doen. Alles in meervoud is niet mijn streven. Dat is bij de dagelijks terugkerende activiteiten anders. Daar kun je dank de herhaling het streven naar perfectie tot in de puntjes doorvoeren. Handelingen, volgordes, tempo, tijdschema, etc. Aan de manier, waarop ik in de ochtend mijn koffie zet, is af te lezen of het een geöliede dag gaat worden of niet. Of iedere greep raak is of dat alles met gestuntel gepaard gaat. Zover is de tuin nog lang niet laat staan het aanstaande boekenrek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten