Maandag. Morgen. Van onder het dekbed vandaan probeer je je een idee van de dag te maken. Het is te doen. Niks bijzonders. Maar ook niks uitnodigends. Willen en moeten lopen zich warm voor de nwe week. Willen een beetje timide. Moeten zich uitdagend breed makend. Willen laat zich in de hoek zetten door moeten. Wat gaat het worden? Strijd? Omarmen?
Het steeds maar weer nalopen van de eerste uren van de dag zet weinig zoden aan de dijk. Desondanks is het rustig en relaxt in lijf en geest. Geen opgejaagde toestanden. Geen opgave bijvoorbaat. Evenwicht?
Volgens mij gaat mijn kont nog tegen de krib, als ik de leukst denkbare bezigheid van een vleugje 'moeten' weet te voorzien. Een rooie lap voor een stier is er niks bij. Het is, denk ik, het allerlaatste brokstuk, dat ik te ruimen heb na mijn ongewenste ervaringen met de dood in 2007 en het aansluitend voortmodderen in het leven. Uiterst hardnekkig omdat het mechanisme al veel langer in functie is. Toen alleen de kans heeft gezien om prominenter op de voorgrond te treden dan ik ooit heb toegestaan.
Ik zie het dan ook niet meer verdwijnen. Herhanterbaar(der) maken is het maximaal mogelijke. Maar of maandagochtend daar het meest geschikte moment voor is ... Ik waag dat te betwijfelen. Diep ademgehaald, naast het bed gestapt, aangekleed, etc en toen ... dat is al geschiedenis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten