zaterdag 6 mei 2017

PF-prijs

Acceptatiespeech Ebru Umar:
(Om niet te vergeten, in de hoop, dat je het je nooit hoeft te herinneren)

Er is geen enkele prijs in Nederland die ik liever uitgereikt zou krijgen dan de Pim Fortuynprijs.

Er is geen enkele stad in Nederland waar ik deze prijs liever uitgereikt zou krijgen dan in Rotterdam.

Ik ben hier echt emotioneel over. Niet alleen uit dankbaarheid voor deze prijs. Maar vooral omdat het afschuwelijk is dat deze prijs bestaat.
Het is afschuwelijk dat 15 jaar geleden een man is vermoord die zonder schroom, zonder terughoudendheid, met kennis van zaken, met humor én met een rechte rug onderwerpen durfde aan te snijden waarover niet gesproken mocht worden. Onderwerpen, thematiek van belang voor de toekomst van Nederland. Thematiek waar actie op ondernomen diende te worden als we niet in een Nederland willen terechtkomen waar Nederlanders niet willen wonen.

Hij werd niet alleen belachelijk gemaakt, gemarginaliseerd en verketterd maar Pim Fortuyn werd ook gehaat. Ondanks dat je een modus vivendi vindt om met haat om te gaan, is er geen uitweg als het om kogels gaat. De kogel kwam. En de kogel kwam van links zei Theo van Gogh.

Theo ontmoette ik in de kroeg. Als een ware charmeur was zijn openingszin:
"Pim Fortuyn wordt onze nieuwe Minister President."
“Dat mag ik hopen, was mijn antwoord. En dan wil ik zijn woordvoerder worden”.
“Moet ik m ff bellen voor je?” vroeg Theo

Ik lachte hem uit: “Je denkt toch zeker niet dat ik jou daarvoor nodig heb? Ik heb hem al gebeld, moet alleen nog een mailtje sturen.”

Dat mailtje is er nooit van gekomen. Maar mijn vriendschap met Theo was een feit. Twee jaar na de moord op Fortuyn was Theo aan beurt. Het vrije woord vermoord. Opnieuw. Iedereen vraagt zich af wie de volgende is. Dat die volgende komt, is een feit. Ik heb daar geen illusies over. Ik maak me daar geen illusies over. De genomineerden voor de Pim Fortuynprijs worden allemaal gehaat. Niet om wie ze zijn, maar om wat ze zeggen, schrijven en onderzoeken. Om wat ze meemaken, om hun mening en zelfs om hun humor. Mijn mede genomineerden zijn helden. Helden die consequent geweerd worden uit media die door publieksgeld in stand worden gehouden.

Geweerd worden is niet zo erg. Domme mensen zitten overal, daar moet je je nooit aan afmeten. Gehaat worden is een gegeven. Verketterd worden de hel. Het bevestigt dat domme mensen de macht hebben om te bepalen wat Nederland moet denken vinden en voelen. Verketterd worden omdat je feiten onthuld, de waarheid spreekt en dat deelt met een groot aantal mensen, is kleingeestig. Zielig en pathetisch. Vooral als de enige reden daarvoor is dat die waarheid en feiten je niet aanstaan. In je fijne blanke enclave. Met je fijne blanke vrienden die nog nooit een buitenlander van dichtbij hebben gezien. Ja in het buitenland. Dit soort mensen verkettert GeenStijl, verkettert Machteld Zee, verkettert alle sprekers hier vandaag, verkettert eerder genomineerden en verkettert uiteraard ook mij. Na vandaag weer wat meer. Wie vindt dat Machteld Zee niet gehoord mag worden, moet z'n mond houden over hoe geweldig Pim Fortuyn was. Wie adverteerders van GeenStijl oproept te stoppen met adverteren, staat aan de verkeerde kant van geschiedenis - en van vrijheid van meningsuiting.

Ik zal met alles wat ik in me heb, doorgaan met vechten waar ik voor sta: een vrij Nederland waar alle Nederlanders gehoord worden. Waar onze vrije normen en waarden gewaarborgd worden. Zolang instellingen als de Nederlandse Publieke Omroep partijen als Machteld Zee, GeenStijl en mijzelf wegzetten als Freaks of Nature die doodgezwegen, genegeerd en monddood dienen te worden gemaakt, zijn prijzen als de Pim Fortuynprijs noodzakelijk.

Ik ben er trots op dat ik een prijs mag ontvangen die genoemd is naar een visionair die verketterd en gehaat is.

Ik ben er verdrietig over dat ik een prijs mag ontvangen die genoemd is naar een visionair die met zijn leven betaalde voor het uiten van zijn mening. En ondanks dat ook Machteld en GeenStijl deze prijs verdienen ben ik Zo. Verschrikkelijk. Blij. dat ik deze prijs in VRIJHEID mag ontvangen.

Velen van jullie hebben geen idee wat vrijheid betekent. Het is in Nederland net zo vanzelfsprekend als water uit de kraan, Mark Rutte als MinPres en vanaf morgen: Feyenoord kampioen.

Maar dat vrijheid niet vanzelfsprekend is, weten alle genomineerden van de Pim Fortuynprijs. In mijn geval betekent het niet alleen dat ik zeventien dagen Turkije niet uit mocht vanwege drie tweets, maar dat ik bijna een jaar bezig ben geweest om weer te reïntegreren in een vrije maatschappij. Jullie hebben geen idee hoe vanzelfsprekend het is om achteloos je boodschappen te kunnen doen, naar de sportschool te gaan of ergens wat te gaan eten. Afgelopen week betrapte ik mezelf erop dat ik in de trein was gestapt. Dat ik achteloos een kaartje had gekocht - zo achteloos dat ik vergat om eerste klas te vragen. Ik kan jullie niet vertellen hoe gelukkig ik daarvan werd, ik heb tegen mijn tranen gevochten dat ik weer iets deed zonder na te denken over de hoeveelheid mensen op straat, op het station en de drukte in een coupe.

Naast fysieke vrijheid is er mentale vrijheid. Schrijven wat je wilt, zeggen wat je wilt zonder bang te zijn over de gevolgen. Ik publiceer inmiddels 13 jaar. In die dertien jaar hebben tallozen bij mijn hoofdredacteuren om mijn ontslag geëist omdat mijn mening abject zou zijn. Niet gehoord mag worden. Omdat ik een foute mening zou hebben. Op een dag zullen deze mensen winnen, daar maak ik me geen illusies over. Maar ik twijfel ook niet aan mijn gelijk. Ik zal strijdend ten onder gaan. Alles waar ik al dertien jaar over schrijf, wordt werkelijkheid. Helaas. En ik beloof jullie: ik zal er alles aan doen wat in mijn macht, binnen mijn bereik ligt, om Nederland vrij te houden.
Vrij om te zijn wie je bent.
Vrij om te denken wie je bent.
Vrij om te doen als je wilt.
Vrij om te schrijven wat je wilt.

Ik had hier willen afsluiten maar sorry. Dat kan niet. Want dat vrijheid niet vanzelfsprekend is bewijst deze oproep vandaag in Volkskrant en NRC. 100 mediavrouwen vragen adverteerders te stoppen met adverteren op GeenStijl.

Stijlloos. Ongefundeerd. En nodeloos kwetsend.
Nou ja eigenlijk vooral dom.
Deze 100 mediavrouwen hebben geen idee wat vrijheid is. Deze 100 mediavrouwen misgunnen anderen hun vrijheid. Deze 100 mediavrouwen leggen anderen, schrijvers en lezers hun mening hun gelijk en hun moreel kompas op.
Deze 100 mediavrouwen zijn gevaarlijk.
Het zijn vrouwen met macht.
Het zijn de vrouwen die bepalen wie in Nederland zijn schrijvende vak mag uitoefenen en wie niet.
Het zijn vrouwen die bepalen wie geld mag verdienen of niet.
Het zijn vrouwen die mij en anderen met alles wat ze in zich hebben, weren uit de media.
Weren om feiten, opinies en interviews gepubliceerd te krijgen. Het zijn deze vrouwen die zelf het grote geld onderling verdelen en het anderen misgunnen. Het zijn de vrouwelijke varianten van Peter Vandermeersch - de HR van NRC - en Philip Remarque - de HR van Volkskrant.

Maar het allerbelangrijkste: het zijn vrouwen die trots zijn omdat ze macht menen te hebben over niet alleen de financiële situatie van anderen maar trots om die anderen kapot te maken. Dat is geen geslaagde emancipatie. Integendeel. Dat is het falen van vrouwen. Die te dom zijn om te beseffen dat ze voor het adverteerderskarretje van NRC en VK gespannen worden. Het is de kift. Het is het grote etaleren van "zie mij deugen".

Meestal zijn het mannen als Trump, Putin en Erdogan die trots zijn macht te hebben en deze naar eigen inzicht en willekeur uit te oefenen. En laten we eerlijk zijn: die worden ook toegejuicht.

Ik gun deze vrouwen het dak boven hun hoofd, hun baan, hun kinderen en vooral hun huwelijken waarin ze gevangen zitten omdat iemand ook hun baantje onderbetaalt waarmee ze macht proberen uit te oefenen over anderen. Als je thuis geen maat kunt houden met je man, als je leven van schulden aan elkaar hangt en keeping up appearances dan zit er inderdaad niets anders op dan anderen de maat te nemen en een beroepsverbod op te proberen te leggen.

Het is kleinzielig.
Het is kinderachtig.
Het is gejank in een mannenwereld.

En dat mannen als Philippe Remarque en Peter Vandermeersch hieraan meewerken door advertentieruimte beschikbaar te stellen - jullie denken toch zeker niet dat deze wijven 40k kunnen ophoesten voor een pagina in deze kranten - toont een ding aan: dat NRC en VK geen adverteerders hebben. EN DAT de Pim Fortuynprijs nog lang niet overbodig is.

Ik ben trots dat ik deze bokaal in mijn handen heb. Net zo trots als niet op deze lijst te staan.

Dank jullie wel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten