zaterdag 24 september 2016

Inval

 Bijna half tien 's avonds. Iedereen die hier de nacht verblijft is binnen en dan gaat de deur open. Ik heb niet de neiging om naar de Magnum te grijpen, die ik niet bezit, maar ff heel snel worden in de bovenkamer de mogelijkheden gescan van wie of wat daar nu naar binnenkomt en ook waarom.

 Dat mensen overdag zonder signalisering de poort binnen komen is nog steeds wennen. Alleen de postbode blijft aan de poort staan vanwege haar wantrouwen jegens de honden en roept dan zolang tot ik snap, dat ik moet verschijnen. Omdat tot gisteren of de dag daarvoor de deur van het huis steeds open stond kon iedereen, die de poort was gepasseerd, gewoon doorlopen. De zomer is niet lang genoeg geweest om daar aan te wennen.

 Nu is de deur dicht, zeker 's avonds en is het al voor achten donker. Een 'Hallo' of zoiets 'normaals' als een klop op de deur zou al schelen. Feitelijk maakt het natuurlijk weinig uit, omdat iedereen alsnog gewoon doordendert. Maar het idee dat onaangekondigd iemand ineens voor je neus kan staan of bijvoorbeeld al een tijdje naar je staat te kijken, omdat je hem of haar niet hebt horen aankomen door je bezigheden, maakt me niet enthousiast. Dat het nu om een soort oliebollen ging als dank voor het gebruik van ons water, brengt daar weinig verandering in.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten