Daar kwam ie. Natuurlijk zonder kloppen of beleefd verzoekje. De hele dag al zenuwachtig. Een uur of wat geleden op bed gaan liggen in de hoop de innerlijke drukte wat te stroomlijnen en kalmeren. Langzaam verder en verder weggezakt. Spanning minder. Adem regelmatiger en vooral dieper. En ineens de in de vorm van schrik opduiken overtuiging, dat ik stilletjes het leven aan het verlaten was. Dan ben je in eenen terug in de zenuwachtige drukte, die je net achter je had weten te laten. Enerzijds balen, anderzijds opgelucht.
Nog wel een poging gedaan om alsnog te ontspannen, maar da's tegen beter weten in. Ditmaal echter geen paniekachtig nadreunende opgefoktheid maar een droeve gelatenheid, waarmee ik mijn blik langs het plafond en muren van de slaapkamer liet gaan. Onbetrokken ook. Bijna vervreemd. Alsof ik me in een onbekende kamer bevond of voor het eerst echt keek naar het slaapkamerresultaat van de verbouwing.
Tegelijkertijd ook iets van afscheid. Voor het eerst het stomme maar zeer simpele besef, dat het als stervende je laatste blik zou kunnen zijn. De betimmering van de binnenkant van het dak als beeld meenemen naar die zg andere kant, het grote niks. Yep, het besef is geland. Sneller dan gedacht. Mijn gedachtenwereld moet welhaast als een opgemaakt bed, rode loper werken in een situatie als deze. Tijd voor een wijntje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten