Tijd om de blik noordwaarts te richten. Niet te snel, want dan wil ik direct weg. Meer uitputtend in de betekenis dat niks vergeten of over het hoofd wordt gezien. Met een volgeladen auto heen. Meestal gebeurd dat pas op de weg terug. Zou tijd worden, dat dat veranderd. Genoeg zooi hier ter plekke. En van een stuk of dertig kamers terug naar vijf zal toch enig inschikken vereisen. Een stevige stap richting de opruiming voor de drempels van het bejaardentehuis.
Het is een vorm van eigen verantwoordelijkheid, die moeite kost. Je moet in staat zijn om met de blik van een niet-betrokkene naar je eigen spullen te kijken. Wat nog bruik- en inzetbaar is, geeft geen problemen. Het gaat om de ballast, die je meesleept. De franje. De gestolde herinneringen. Misschien heeft het je tot op heden in evenwicht gehouden of in een andere functie voorzien, maar nu?? Je wilt verder en diezelfde ballast zit in de weg. Lozen, dus. Lichter worden. Verder zweven wil je, maar eigenlijk ook niks achterlaten. Gaat niet samen.
Al die verzamelde materiële hebberigheid. Gepasseerde interesses, bezigheden en herinneringen. Een mens moet dat niet doen, die zooi bewaren. Wat niet in je grijze massa weet te beklijven, kan weg. Moet weg. Ooit eens. Maar is dat nu?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten