Diep weggeweest. Moe wakker. De zon valt door een spleet tussen de luiken naar binnen. Een prachtig begin van de dag. Buiten. In mijn hoofd spookt het en niet alleen vanochtend.
De dood, de dood en nog eens de dood struint alweer dagen onafgebroken door mijn gedachten. Niks zo levendig als de aanwezigheid van de dood. Je krijgt het niet bedacht of er kleeft iets doods aan. Leuke momenten fungeren net zo makkelijk als kapstok als fysieke ongemakjes. Het maakt niet uit of ik toch al zit te piekeren, wat ik eigenlijk nauwelijks nog doe, of druk ben met het plannen van aangename bezigheden. Alles krijgt een vervelende èn ongewenste twist.
Mn dat laatste is vervelend en een beetje verbazingwekkend. Wordt het een soort herhaling van de twee strijd tussen spanning en ontspanning? Het een willen en in het andere blijven hangen? En waarom nou? Omdat het weer een keertje tegen een afrondingsmoment aan hikt? Of vanwege de mindere kanten van de combinatie warmte en allergieperikelen?
Ach. Eigenlijk valt er geen zinnig woord over te schrijven. Het golft. Op en neer. Af en aan. Er is weinig nodig om de rode loper ervoor uit te rollen. Het is een ongewenste en erg hardnekkige bijkomstigheid, die verstikkend werkt op het plezier van zo lang en met veel moeite voor elkaar geknokte resultaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten