De dag klaart op. Het voelt aan alsof ik in Toulouse op het Capitole een terras geniet. Niet verkeerd. Nu nog uitvinden waar dat op gebaseerd is en het gevoel reproduceerbaar maken. Klik, knop om en in Coves op het Capitole. Lache, niet dan?
Het is, dat ik de laatste 15 jaar in Frankrijk heb gewoond, maar een beetje raar is het toch, dat alle vergelijkingen met plekken en momenten, waarop ik het naar mijn zin heb, betrekking hebben op Franse plekken en geneugten. Terrassen in Toulouse, Brantôme en Périgueux, de weg naar Thiviers, boodschappen doen in Limoges, het verlangen naar Parijs, het genot van wijn, kaas, foie gras (Ja, ja) en digèstives. Het Nederlandse verleden komt er wat dat betreft bekaaid vanaf. De Oude Gracht als woonplek heeft nog steeds meer van een droom dan werkelijkheid. De Zaak heeft weinig meer met mijn horeca-verleden te maken. Kareltje is een maatstaf geworden, waarlangs andere hotels met een hoop sterren worden gelegd en meestal hun meerdere moeten bekennen. De herinneringen vervagen meer en meer tot toeristische belevenissen van de orde van een dagje Amsterdam, Zwolle of Maastricht.
Frankrijk, dus. Franse 'joi de vivre' op het Roemeense platteland. Niet Sibiu of Sighisoara maar Coves, een nest van 300 huisnummers, waarvan ongeveer de helft een tuin zonder bebouwing betreft. Anderhalf tot twee kilometer lang, wat zijstraten gevuld met zigeuneronderkomens, meer paard-en-wagens dan afgeroste Duitsers, bijna iedereen een hond en niemand die ooit van opvoeden heeft gehoord, harde werkers met meer of minder officiële banen en een lappendeken aan te bewerken grond. Nog ff en ik word sentimenteel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten