zondag 5 juni 2016

Bedden

 En het hield op. Daar was ik eigenlijk niet zo blij mee. Dus toch in de benen. Een paar uur smeerwortel gestoken en andere ongein uit de grond getrokken. Zo'n boterbloem bijvoorbeeld, die bij voorkeur op vochtige plekken staat en dan van die uitlopers heeft, die om de 10 of 20 centimeter wortelschieten, waar ze de grond raken. Het is leuk om te zien als het bloeit, smeerwortel ook, maar het verwijderen is een ander verhaal. Doe maar klaprozen. Prachtige kleur en simpel uit te trekken.

 Het opschonen van de uien deed meer goed dan dit werk. Morgen, als het perceeltje, bed schoon, omgespit en gevuld is, voelt het vast beter aan. Kunnen we ons vervolgens op nummer acht storten. De aard en de hoeveelheid werk vallen tegen, maar het blijft een dankbare bezigheid. Het resultaat dan wel te verstaan.

 Als ik er niet zoveel voldoening uit zou halen, had ik de boel allang de boel gelaten. Behalve dat bezig zijn met een tuin leuk is, speelt ook de aantrekkingskracht van het onmogelijke karakter van de klus zeker een rol. Het heeft iets met 'de dingen je eigen maken' te maken. Dat heb je niet, als je in een opgemaakt bed stapt. Wat in de letterlijke betekenis trouwens niet verkeerd is. Iedere dag weer graag! In dat geval ontgaat mij echter de uitdaging het verschonen iedere dag weer te doen... Dat is herhaling, sleur en erger. Dan zit je helemaal aan het andere eind van het spectrum

Geen opmerkingen:

Een reactie posten