Vanuit de kille operatieruimte, die meer deed denken aan de gereedschapslood en opslagruimte van een gemiddelde fabriek dan aan een werkplek met bacterieënvrees, ging het niet terug naar de duokamer. Hier werd het zekere voor het onzekere genomen of herinnerde de arts zich nog het moment in 2001, toen ik vanuit het revalidatiecentrum, waar ik weer aangesloten was geweest op vanalles dat piepte en bliebte, en men me in een gewone kamer wilde leggen. Dat leek me na al de heisa agv mijn hartslagsprint een beetje raar en werd na een opmerking van mijn kant dan ook direct gewijzigd.
Geen kamergenoot, daar zou je bijna een mislukte operatie voor over hebben. Maar alle voordelen hebben altijd minder prettige kantjes. Op de IC of iets van een soort voorportaal daarvan is dat de verzorgings- en controleterreur. Op dat deel van de afdeling gaat de behandeling 24 uur per dag door. Dus diverse keren in de nacht gewekt om bloeddruk en polsslag te meten. Ging ook nog een paar keer een elektrode van de ECG-machine los .... Bijna blij dat het ochtend was en ik me aan een tweetal koffieverkeerd (zonder ongevraagde yogurt!) kon optrekken richting de volgende ingreep. Tenminste, dat hoopte ik, maar niks van dat alles. Direct als de sodemieter onder de betadine in zoverre dat nog te doen was en nuchter retour naar het operatieblok. Dezelfde verplegers, dezelfde handelingen, dezelfde chirurg, maar nu de andere kant.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten