Een weldadige nacht na een lange (werk)dag. Weinig stilgezeten, veel verschillende zaken aangepakt. Rustiger ben ik er niet van geworden. De overdaad, aan wat gedaan 'moet' worden, drukt nog/weer op belemmerende wijze op de geleverde inzet. Het relativeringsvermogen is de greep op het geheel weer ff kwijt. Het is een kwestie om die stortvloed aan moetjes voor te blijven, afstand te creëren en in tempo terug kunnen schakelen.
Er is zoveel wat gedaan moet worden. Weinig levensnoodzakelijke of dito bedreigende zaken maar van die dingen, die blijven irriteren als je ze niet (letterlijk) uit de weg ruimt. En als je dan iets voor elkaar hebt gebokst en dat blijkt binnen korte tijd niet het gewenste resultaat te geven (tomaten) of de vernieling in te gaan (tunnel), dan kost het moeite om het bijltje er niet bij neer te gooien. Dat het roken van sigaretten niet alles 'als vanzelf' laat gaan, daar heb ik me inmiddels wel bij neergelegd, maar met een beetje minder moeite zouden de dingen af en toe wel mogen.
Voor vertrek was het er. Niet iedere dag en niet alle uren van de dag, maar meestal wist ik met het verlaten van het bed voldoende afstand te creëren om er de rest van de dag niet door gehinderd te worden. Dat gaat nog ff duren, maar ik ben bezig, dat is wel eens anders geweest. Weken van onwil, desintresse, dwarsliggen, etc. Zo bezien, en het is goed om een dergelijk draaiing van het perspectief bij tijd en wijle toe te passen, gaat het alles behalve slecht, beter, misschien wel goed zelfs.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten