zondag 16 december 2018

Scherpslijpen

 Het is helaas niet elk weekeinde raak, maar er blijven bij tijd en wijle mooie stukjes langskomen. Zoals bijv. de column van Youp van vorige week met de titel 'Jeugdzonde' over de nieuwe preutsheid. Dat heet dan Preutsheid 2.0. Hij heeft met regelmaat snedigere pointes maar het middenstuk is ijzersterk:

"En ik besprak dit deze week met A. Zij is jong, mooi en geestig. A legde mij uit dat deze preutsheid 2.0 niet alleen in Wall Street regeert, maar overal in de wereld. Dus ook bij ons in Amsterdam. En in Londen, Frankfurt, Barcelona en Parijs. In de laatste stad merken de brasseries het ook. Vroeger gonsden die tussen de middag van de stelletjes. Wel getrouwd, maar niet met elkaar. Je herkende ze omdat ze praatten. Uitbundig lachten. Gehuwde setjes zwijgen en zitten vaak de helft van het etentje stoïcijns op hun telefoon te loeren. En die buitenechtelijke lunches zijn goed voor de economie. Voor de wijnhandelaren, de slagers, de groenteboeren, de koks, de obers, de afwassers ….. iedereen vaart er wel bij."

 Een ander voorbeeld is een opiniestukje van Geerten Waling in de VK van vandaag over het slachtofferschap van jonge schrijvers. Gelukkig weer eens iemand die zich stoort aan de mateloze arrogantie waarmee bepaalde mensen het recht menen te hebben om te moeten kunnen doen wat ze willen en dat anderen dan moeten opdraaien voor de kosten van het door hen gewenste bestaan.

 "De schrijfster en Volkskrant-recensent Persis Bekkering schreef deze week een uitgebreide column in De Gids over haar lot en dat van haar creatieve generatiegenoten: ‘En degenen wiens taak het zou kunnen zijn om op zoek te gaan naar nieuwe taal of nieuwe ideeën, de kunstenaars en de schrijvers, zijn door neoliberaal beleid grotendeels hun middelen ontnomen. Hoe kun je de toekomst vormgeven als je in een kroeg moet bijklussen om de huur te betalen?’

 (...) Nu heb ik geen verstand van romans, ik heb nog nooit één letter fictie durven schrijven, dus neem ik direct aan dat al hun boeken niets minder dan pareltjes zijn, die stuk voor stuk op vernieuwende en verfrissende wijze de tijdgeest genadeloos op de pijnbank leggen. Maar zien we wel genoeg wat voor leed er achter die meesterwerkjes schuilgaat? (...)

 Gelukkig is daar de column van Bekkering: ‘Ja, er zijn dromen uitgekomen. Ik debuteerde met een roman, ik werd eindelijk schrijver. Verder hoef ik niet veel, niets groots. […] Tenzij er een wonder gebeurt (een bestseller?) denk ik niet dat ik méér ga verdienen, ik kan niet harder werken dan ik al doe, en de huren gaan niet dalen.’ Dat je ergens anders zou kunnen gaan wonen, in ‘de provincie’ bijvoorbeeld, is uiteraard uitgesloten. Dat je een minderwaardig baantje, zoals boekenrecensent voor een landelijk dagblad, om maar iets te noemen, zou moeten accepteren is natuurlijk een ondraaglijke gedachte."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten