vrijdag 21 december 2018

Klimaatnuance

 Een goed artikel, eindelijk een genuanceerde kijk op dat hele hysterische klimaatgedoe, wat debat kun je het nauwelijks meer noemen. Jammer alleen van de slappe en nietszeggende conclusie aan het eind.

Bangmakerij schaadt het klimaatdebat

 Klimaatverandering is veel minder erg en onze oplossingen ervoor zijn veel moeilijker dan we denken.
 (Bjørn Lomborg, directeur van het Copenhagen Consensus Center, VK 20 december 2018)

 De klimaattop in Polen heeft de gebruikelijke voorspelling van rampen opgeleverd. Klimaatverandering lijkt ons kritisch denkvermogen te bevriezen. Al te gretig geloven wij dat het probleem veel erger is dan de wetenschap aantoont en – omgekeerd – dat onze oplossingen veel gemakkelijker zijn dan het geval is.

Zo is het onze tweede natuur geworden om weersomstandigheden te linken aan klimaatverandering. Bij een overstroming wijten de media die aan de opwarming en waarschuwen dat overstromingen toenemen. Maar het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) concludeert dat niet eens duidelijk is of overstromingen de afgelopen honderd jaar wereldwijd wel zijn toegenomen.

Europese bosbranden en Amerikaanse orkanen worden toegeschreven aan de wereldwijde opwarming. Maar ook al kregen de bosbranden in Europa in 2018 meer aandacht in het nieuws dan anders: in de Zuid-Europese landen waar het overgrote deel van de bosbranden plaatsvindt, zijn ze de laatste 35 jaar gehalveerd. Over orkanen zegt het IPCC dat er wereldwijd de laatste 100 jaar ‘geen significante trends zijn waargenomen’. In feite is de frequentie van orkanen in de VS sinds 1900 afgenomen.

De waarheid over klimaatverandering is genuanceerd. Zij is reëel en zal op lange termijn een probleem vormen, maar de invloed ervan is kleiner dan we denken. Volgens het laatste IPCC-rapport zou een onbelemmerde klimaatverandering tegen 2070 resulteren in een gemiddelde inkomensreductie van 0,2- tot 2 procent, evenveel als één economische recessie. Toch zijn de groene activisten in hun wedijver met de klimaatontkenners sterk gaan overdrijven. De invloedrijke campagnevoerder George Monbiot zegt dat ‘klimaatverandering’ niet alarmerend genoeg klinkt en vervangen moet worden door ‘klimaatinstorting’. Maar het klimaat stort niet in. In feite placht het ons te doen instorten. Een eeuw geleden kwamen bij klimaatrampen wereldwijd jaarlijks 500.000 mensen om. Hoewel er nu veel meer mensen risico lopen, is het aantal doden met meer dan 95 procent gedaald.

Net zoals activisten en de media angst aanjagen door elke brand, overstroming en storm te linken aan klimaatverandering, stimuleren zij het onjuiste geloof dat er simpele oplossingen zijn voor het probleem, als de politici en het publiek maar bereid zouden zijn die te omarmen.

Neem het argument dat vegetarisch worden de klimaatverandering kan goedmaken. In werkelijkheid vermindert een westers mens die al het vlees laat staan zijn broeikasuitstoot slechts met een paar procentpunten. Of neem de vreemde suggestie van VN-baas António Guterres dat het klimaatbeleid ‘ten minste voor 26 biljoen dollar economisch voordeel’ zou opleveren. Deze claim spreekt de gevestigde klimaateconomie volkomen tegen. Het vervangen van fossiele brandstoffen door inefficiënte alternatieven vertraagt de groei.

Daarom zal het klimaatakkoord van Parijs uit 2015, als het volledig wordt uitgevoerd, de planeet jaarlijks rond de 1-2 biljoen dollars kosten.

Een ander refrein is dat zon en wind op het punt staan de fossiele energie eruit te concurreren. Maar alternatieve energie blijft afhankelijk van subsidies in de orde van 160 miljard dollar per jaar. Als die worden ingetrokken, kelderen de investeringen in zon en wind. Wereldwijd dekken zon en wind minder dan 1 procent van onze energiebehoefte. Het Internationale Energie Agentschap (IEA) schat dat dit, zelfs als het Akkoord van Parijs standhoudt, tegen 2040 is toegenomen tot net boven de 4 procent.

Als we klimaatverandering succesvol tegemoet willen treden, moeten we luisteren naar William Nordhaus, de eerste klimaateconoom die de Nobelprijs heeft gewonnen. Hij toont aan dat een wereldwijd gecoördineerde, gematigde en stijgende CO2-belasting de temperatuur in bescheiden mate kan verlagen. Maar pogingen om de temperatuurstijging te beperken tot minder dan 2,5 graad Celsius, doet de kosten enorm toenemen.

Het zorgvuldige werk van Nordhaus, dat laat zien dat 2,5 graad al bijna onmogelijk is, contrasteert met de opwinding over het veel moeilijker doel om de stijging van de temperatuur beneden 1,5 graad te houden. Dit zou betekenen dat het gebruik van fossiele energie binnen 10 jaar beëindigd moet worden – een idee dat in strijd is met de historische realiteit. We krijgen zelfs te horen dat we binnen enkele tientallen jaren CO2 op een ongekende schaal uit de atmosfeer moeten verwijderen met een volledig ongetoetste technologie. Dit is gewoon wishful thinking. De IEA verwacht dat tegen 2040 fossiele energie nog altijd driekwart van de wereldwijde energiebehoefte dekt.

Het technologisch tekort kan alleen worden opgelost door een drastische verhoging van de uitgaven aan research en development van alternatieve energie. Klimaatverandering is een probleem. Maar het is niet het einde van de wereld. Om het op te lossen moeten we ons richten op groene technologische innovatie, niet op bangmakerij en overdrijving.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten