Het voorjaar knalt uit z'n voegen. Het gras schiet omhoog. Het onkruid doet mee. Het akkerviooltje bloeit massaal. Op de heuveltoppen kleurt het grasland hier en daar paarse van de orchideeën. Wilde aardbeien bloeien. Mei- en sleedoorn idem. Hetzelfde geldt voor de vele verwilderde fruitbomen. Paardebloemen natuurlijk. Etc. etc. Prachtige tijd, als nou maar iemand anders mijn tuin schoon zou houden, zou het perfect zijn. Dat wordt om te beginnen weer maaien van de week. Op de bewerkte stukken is te zien dat het schoonmaakwerk de moeite loont. Neemt niet weg, dat het jaren gaat duren aleer van een 'schone' tuin sprake zal zijn.
Deze week de nadruk weer ff naar de tuin verleggen. Zou zonde zijn als ik de slag al voor de ijsheiligen ga verliezen. Het wordt werken. Er moeten 2-3 perceeltjes bij. Het verplaatsen van het oude meubilair, dat afgedekt de winter in de tuin (op pallets) heeft doorgebracht, was de snelste methode geweest. Maar de kans dat die weg gaat lukken wordt met de dag kleiner. Dat wordt dus spitten in onwillige, al jaren nauwelijks bewerkte grond. Ook het tomatenafdak danwel kas moet er eindelijk eens van komen. Al die verpieterde planten als het weer eens een paar weken nat is, ben ik zat. Zat te doen, dus.
Ondertussen staat het eerste perceeltje er prachtig bij. Fier opsteken uiensprieten. Kniprijpe spinazie en roos-achtig opkomende tuinboonplanten. Een genot om te zien. Stimuleert om voorlopig nog niet op te geven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten