Dat het met het meer-meer-meer in het economisch denken niet alsmaar door kan gaan, heb ik me al erg lang geleden bedacht. Grondstoffen zijn beperkt en nu de wereld het speelveld is raakt ook de markt aan zijn maximale omvang. En dat zijn de concrete elementen, maar neem je dingen als 'geld' dan raak je al veel eerder het spoor bijster. De schulden die staten vol continu maken. Mn de USA (en die China dan weer opkoopt). De omvang van het in omloop zijnde geld heeft allang geen reële basis meer. Ik heb op een gegeven moment besloten om me daar niet meer druk over te maken. Après moi le deluge. Ik kan er niets aan veranderen. En dan is die zg economie nog iets waar de mens weldegelijk invloed op heeft en de boel zou kunnen veranderen, wat bijv. bij zoiets als de klimaatsverandering te gek voor woorden is, om het te bedenken.
Gelukkig zijn er mensen, die er wel over door denken en dan krijg je een cultuurfilosoof die zinnige woorden weet te zeggen, waar de economen zelf het laten afweten. Hier een paar quote's van Ad Verbruggen uit een stuk op Filosofie.nl (FM nr. 04/2010). Het hele artikel hier: https://www.filosofie.nl/nl/artikel/26507/wie-schept-er-nog-waarde.html
De economie valt niet zomaar te fiksen door politiek ingrijpen. Want aan de basis van de economische malaise ligt een fundamentele crisis van onze cultuur (...)
‘De economie is geen machine, waarvan de motor nu hapert. Ze is een onderdeel van een organisch geheel, onze cultuur, en die cultuur is op drift.’
‘Ons systeem is wezenlijk onduurzaam’, vervolgt de cultuurfilosoof. ‘Het heeft continu groei nodig, omdat we rente willen op onze investeringen. Het is dynamisch en gericht op expansie, maar dat kan alleen maar zolang er nieuw kapitaal in wordt gepompt. Dat loopt nu vast.’
‘Ik ben geen marxist, maar Marx doorzag wel goed hoe de functie van geld in de loop der tijd is veranderd. Van oorsprong was het een ruilmiddel. Koopwaar (W) wordt omgezet in geld (G), en daarmee koop je weer waar (W’). Voor de kapitalist is dat omgedraaid tot G-W-G’. Met geld koopt hij waar, om daarmee meer geld te kunnen verkrijgen.’
‘Alles wordt in toenemende mate gekapitaliseerd, omgezet in geld. Dat gaat de hele samenleving doordringen. Mensen denken: “Ik heb een eigen huis – da’s zonde! Huizen zijn namelijk in waarde gestegen, ik moet dus een hypotheek nemen op de overwaarde, want dan krijg ik geld en dat kan ik weer beleggen!” Zo is er een enorme toename van geld mogelijk geworden – en tegelijkertijd van schuld!’
‘De geldomloop is toegenomen, maar de onderliggende waarde niet of nauwelijks.’
'(...) Mijn vader bezat een huis, een auto, een tv; we aten iedere dag vlees en gingen elk jaar op vakantie. Hij was alleenverdiener en had een middelbare beroepsopleiding. Probeer dat nu maar eens! Voor dezelfde consumptiepatronen moet je anderhalf keer zoveel werken, met véél meer stress.’
Etc, etc.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten