Op de terugweg van de heuvelrug een ommetje gemaakt door een brandgang tussen twee aanplantingen van grove den. Ik snap die boomkeuze niet, maar dat terzijde. De voorheen redelijk schone, dwz vrij begaanbare doorgang is nu bezaaid met grote takken en geknakte dan wel omgewaaide, of is het onder het gewicht van de sneeuw bezweken (?), bomen. Aan het einde van de korte doorgang krijgt je een mooi vrij zicht over een pas geploegde akker op een heuvelafwaartse glooing. Links (westen) meer bos en in de verte de toppen van de Karpaten.
Drie van de zes honden waren bij mij in de buurt. Rosa een stuk hellingafwaarts in het bos. Flokkie op mijn hielen en Peppie de teckel ergens daar tussenin. Ineens spoot Peppie weg. Meestal gebeurt dat in het kielzog van de andere honden, maar ditmaal was het zijn eigen initiatief. Pad af, akker over richting de bosrand zosnel z'n kleine pootjes hem konden dragen. Ik was 'm even kwijt tot ik uit het bos een hert zag wegrennen richting de Karpaten en enige tientallen meters daarachter stoof Peppie het dier achterna. Peppie .... Van het formaat van de kop van het hert in volle vaart en met de zo kenmerkende hoge piepende blaf, die jachthonden kunnen produceren als ze hun prooi in het zicht hebben. Hun prooi ....
Het karakteristieke geblaf bracht ook de andere twee in de benen. Rosa wilde eerste nog wel luisteren en terugkomen, maar bij de derde keer mocht ik het bekijken. Weg! Akker over, bos in, heuvel over, etc. In een vloek en een zucht uit beeld verdwenen. Ik verwachtte de drie anderen nog voorbij te zien komen, maar dat gebeurde niet. Ettelijke honderden meters verder, wachten is weinig zinvol in deze, kwam het drietal terug met Peppie vol trots voorop. Hoogmoedswaanzin heet zoiets, niet?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten