Soms hè, soms kan ik toch zo moe worden van mezelf. Mezelf net een beetje op orde schiet het hele zwikkie weer een absoluut ongewenste kant op. Redenen? Ach, vast genoeg maar niks dat schuldbewust zijn vinger opsteekt. In z'n algemeen al en vandaag had ook leuker gekund qua wat moest gebeuren. Maar dan toch, waarom?
Sinds uren probeert het centrale punt van het middenrif dwars door de borstkas naar buiten te dringen. En niet zo'n beetje, maar zoals in de goede oude tijd met een gekapte boom net zolang op een poort werd geramd tot ie het begaf en de gewenste toegang tot het kasteel was verkregen.
Onrust, en dan een zenuwachtige versie ervan, is een eufemisme, maar veel beters weet ik er niet van te maken. Morgen schijnbaar een mondeling examen voor een uitgebreide commissie geleerden, met toeschouwers in de zaal en de eis dat ik pratende Epke moet evenaren aan de rekstok. Dat komt aardig in de buurt van het dekken der lading.
Belachelijke heftigheid, slopend, nauwelijks te beïnvloeden, ogenschijnlijk zonder aanleiding, ontmoedigend. Een kat. Was ik maar een van die katten, die me hier in de weg liggen bij de computer. Buik vol, schoon gelikt en weer (!) in slaap. Of zou het me dan nog lukken om er een ongecoördineerde puinhoop van te maken?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten