Het lijf wil niet en de geest werkt er gewillig aan mee. Het spit niet zo soepel met het idee, dat iedere spadesteek de laatste zou kunnen zijn. Onderwijl om je heen kijkend. De velden, de heuvels, de huizen en je afvragen of dit de laatste keer zal zijn, dat je het allemaal ziet.
Nee, de stemming is al eens beter geweest. De enige geruststelling is, dat ik het ws zelf veroorzaak en als het echt misgaat, je dat zelden vooraf in de gaten hebt. Niet echt overtuigend om niet te zeggen magertjes, maar toch. Toch weer een meter spitwerk verricht.
Misschien goed om te bedenken, dat ik vorig jaar ook zo heb lopen klooien met het omspitten van de tuin. Weet niet of het echt vergelijkbaar is, dat zou ik moeten terugzoeken en daar heb ik -zoals als altijd- geen zin in, maar het lijkt me stug, als het niet zo is geweest. Het is ergens door heen werken en dan niet zozeer de te vochtige zware klei.
Na twee uur bezig te zijn geweest de rest van het perceel doorgeschoven naar morgen. Het wordt weer een mooie dag, net als trouwens de hele komende twee weken, als je de weersverwachting mag geloven, dus geen noodzaak tot pushen tegen wil en dank. Niet alleen lief zijn voor elkaar, maar ook voor jezelf. Blèèèèèèk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten