Op mijn tegenwoordige ochtendwandeling kijk ik op de eerste paar honderd meter uit op het noordelijke deel van de dorpsslinger met oa de kerk en wat verder naar achteren gelegen de heuvel met het kerkhof. Het kerkhof waar ik in alle redelijkheid begraven zal worden. Iedere keer als ik mijn blik het kerkhof kruist geeft me dat een goed gevoel. Tegelijktijd verbaast het me.
In Nederland ben ik daar nooit mee bezig geweest. Ik betaalde netjes, automatisch de maandelijkse premie voor mijn begrafenisverzekering, die inmiddels is afgekocht maar ooit door mijn moeder is begonnen, maar een kerkhof in Utrecht heb ik pas goed bekeken, toen ik een plek zocht voor Yoland. Ergens heb ik altijd de overtuiiging gehad, dat ik nooit in Nederlandse grond terecht zou komen en al helemaal niet in een verbrandingsoven. Die kans is inmiddels verwaarloosbaar en geeft me eenzelfde goed gevoel als de blik op de kerkhof van Coves.
In Frankrijk is het ook nooit een onderwerp geweest en als ik ergens blij om ben rondom de afhandeling van Yoland's dood, is dat het feit, dat ik voor haar laatste rustplaats geen Franse grond heb gekozen. Deels egoïstisch omdat me direct duidelijk was, dat ik ws niet in Frankrijk zou blijven, maar ook omdat het gewoon niet goed aanvoelde. Zeker Le Chalard was geen alternatief geweest en hoewel minder afstotend was de begraafplaats van Ladignac-le-Long ook eerder een betegeld weiland dan een plek voor rust en herdenking.
Ik lig straks op een berg en degene die mijn graf bezoekt kan van een meer dan aardig uitzicht genieten. Misschien maar eens werk van gaan maken. Het laatste bouwwerk?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten