De eerste (vierkante) meters zijn gemaakt. Het spitten is begonnen. Het perceeltjes tellen idem dito, al hoeven die nu niet allemaal omgespit te worden. Natuurlijk wilde ik het hele perceeltje omwerken, maar daarvoor was ik te laat begonnen. Net voor de helft blijven steken. Hondentijd en verstandig overwicht. Morgen de rest en afhankelijk van het startmoment, misschien ook nog poten en zaaien. Dat kost tenslotte niet zoveel tijd als het spitten.
Heerlijk dat klooien in de aarde. Het onder het dekzeil en daarop liggende sloophout vandaan gekomen deel van de tuin is het makkelijkst bewerkbare deel. Scheelt natuurlijk qua begin. Geen overmatige nattigheid, geen kleiklompen en ogenschijnlijk ook geen overdaad aan wortelzooi. Maar dat van die wortels vertrouw ik niet zo. Wat niet is, kan nog komen.
Het deed direct goed om daar te staan en om me heen te kijken tussen het spitten door. De heuvel is nog wintergeel maar dat doet verder geen afbreuk aan het gevoel van ruimte. Over een paar weken zijn de graslanden groen(er) en groeit er vanalles in de nu nog kale aarde van de reeds omgewerkte delen van de tuin. Het vooruitzicht maakt bijna ongeduldig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten