D'r hebben nog nooit zoveel mensen in mijn auto gezeten als in de afgelopen weken en het zal waarschijnlijk alleen maar meer worden. Hoewel de nodige mensen een auto hebben, is het bezit van een gemotoriseerde vierwieler minder algemeen dan de paardgetrokken versie. Een hoop mensen lopen, fietsen of maken gebruik van het openbaar vervoer. Mn bussen dan, want de trein heeft hier op wat grote lijnen na, die momenteel met Europees geld geschikt worden gemaakt voor snelheden die het boemelen overstijgen, enige decennia geleden zijn beste tijd gehad. Het smalspoornet, dat de minder grote steden met elkaar verbond is nog overal te zien maar in verval geraakt.
De bus dus. Coves - Agnita, Agnita - Sibiu, Sibiu - Bucuresti en de rest van Europa. Als mensen op de bus staan te wachten, proberen ze vaak een lift te regelen door met de hand een 'rij langzamer' teken te maken. Worden ze meegenomen, dan is het normaal om als tegenprestatie de ritprijs van de bus aan de chauffeur te betalen.
Als ik in mijn autorijdend bestaan tweemaal een lifter heb meegenomen is dat veel geweest. Ik neem hier ook niet standaard mensen mee. Afgezien van het feit dat ik die lui niet ken, ligt de achterbank vol knuffels en dient de bijrijderstoel regelmatig als tijdelijk archief. Verder spreek ik nauwelijks Roemeens en zit ik zelden om een gesprek verlegen, ongeacht in welke taal het gevoerd zou worden. Kortom vaak rij ik gewoon voorbij. Dat laatste verandert langzaam op het traject Coves - Agnita vv. Ik herken meer en meer gezichten van Covesianen. Die lui 'ken' ik en de afstand is kort genoeg om geen verplichting te voelen tot een gesprek, zowel voor mij als de lif(s)ter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten