vrijdag 20 juni 2014

Royaal

 Als we dan toch bezig zijn met zaken, die me opvallen ivm mijn eigen bestaan of omdat de manier waarop ze gebeuren tegenstrijdigheden herbergt, dan weet ik er nog wel een: het eten!

 Wonen op het platteland in Roemenië betekent vaak, dat je oud(er) bent, weinig te besteden hebt (ook voor Roemeense begrippen), een grote moestuin hebt en wat je hebt meer of minder deelt met anderen, al zal dat vroeger meer zijn geweest dan nu. Je werkt kortom om te eten en hebt dat eten weer nodig om te werken. Je zou verwachten, dat men zuinig omspringt met iets dat zoveel energie en tijd kost. Nee, dus.

 Dat begint al in de moestuin. Massale verspilling van zaadgoed. Win je het zelf uit eigen tuin, dan is dat misschien niet zo'n punt, maar moet je de boel kopen dan is het misschien aardig om de kosten mee te laten wegen in het verwerven van de baten. Vervolgens krijg je mn door het massaal inzaaien, dat een groente in een korte tijd 'en masse' oogstrijp is. Dan moet je aan de slag in de keuken, zo niet wordt slechts een deel verwerkt en de rest schiet door en is verloren.

 De volgende étappe is het koken. Men kookt tè grote hoeveelheden. O.a. omdat werklui deels betaald worden met een maaltijd of drie ... afhankelijk van het aantal uren, dat ze werken. Wat over is gaat dan in het beste geval naar de beesten (honden, kippen, varkens) of verschimmeld ergens in een hoekje.

 Hetzelfde geldt voor het veevoer, dat de meeste mensen in eigen beheer produceren. Behalve door de meeëters zoals ratten gaat ook het nodige verloren door verrotting. Zelfs varkens eten niet alles. Als je dat dan nog voegt bij de slechte verzorging, zeg het fatalistisch afwachten bij zieke dieren, dan zie je een wereld, die zichzelf een beetje in een ellendig houdgreep vast heeft of houdt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten