woensdag 4 juni 2014

Bezinksel

 Het weer heeft zich onder de armen gegrepen. De avond is zon beschenen. Ik heb een badhanddoek uit de kast gerukt, de fles rosé in een koeler gezet, brood gepakt, de resten mortadella en chorizo erbij gestopt en het glas niet vergeten.

 Van het strandje is niet veel over, maar goed zitten is geen probleem. Dat kan van het uitzicht niet gezegd worden. Het is dus even zoeken, voordat het een met het ander is gecombineerd. Ik zit en nadat Sammy is uitgeraasd, krijgt de rust alle ruimte. Wat een stilte. Wat een genot aan mijn oren dat complete helemaal niks.

 Ergens ver naar de andere kant van het meer is een karper uit het water omhoog gesprongen, aan de plons te horen, waarmee hij terugvalt. Waterspinnen of hoe die dingen heten schuiven over het bijna egale oppervlak. Ergens kwaakt een eend en luchthappende vissen zorgen voor uitdijende golfkringen. Alles beschenen door de ondergaande zon achter me. Wat is er mis met deze plek? Niks! Net als er weinig mis is met mij. De plek en ik gaan, behalve op momenten als deze, simpelweg niet meer samen. Daar zijn geen grote woorden voor nodig. Een paar banale feiten zijn voldoende.

 De plek zal vele malen, jaren, misschien zelfs eeuwen langer voortbestaan dan ik, of ook niet. Ik hoop van wel, maar ik ga daar niet over. Ik kan ze, want volgens mij is de plek vrouwelijk, niet meer geven, wat ze nodig heeft. Een andere verzorger is nodig en hopelijk eindelijk iemand met voldoende kleingeld in z'n zak en het hart op de juiste plek. Het wordt tijd voor een bloeiperiode. Iets wat hier volgens mij al langer dan 60-70 jaar niet meer het geval is geweest.

 Ik laat de stilte bezinken. In het meer en in mij. Schenk me nog een glaasje in. Neem een hap uit het brood en vlei mijn blik op het wateroppervlak. De nacht is, denk ik, nog te koel om hier in slaap te vallen. We zullen het merken ....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten