Straks de deur uit. Eten. Stevige boerse kost in vijf of zes gangen rijkelijk begeleidt door geestrijk vocht. René kwam vorige week -met een doos eieren onder de arm- vragen wanneer Gisèlle weer een keertje voor me kon koken. Nooit eerder mensen getroffen, die zoveel energie blijven steken in het onderhouden van het contact. Daar ik ben een stuk slordiger en chaotischer in. Vergeet alles en iedereen rustig voor maanden en wandel dan binnen alsof ik gisteren nog langs ben geweest. Kan weer niet bij iedereen en zeker hier in Frankrijk niet.
Ja, bij Nederlanders, Belgen of Britten maar niet bij de gemiddelde Fransmens. Maar laat ik die groepen nou bewust zoveel mogelijk mijden. Wat hier in de buurt aan niet-Fransen rondloopt, is niet mijn type mens. Het vooruitzicht weer dezelfde wereldvreemde types met parasitaire trekjes tegen het lijf te lopen weerhoudt me met regelmaat om lokale feesten te bezoeken. Voor mezelf benoem ik ze als 'het inteelt clubje'. Zo'n in alle verscheidenheid kleurloze massa van roddelzieke klaagstengels. Waar ze vandaan komen was niks, waar ze terecht zijn gekomen is niks en dat willen dan steeds weer van elkaar bevestigd krijgen. Zoals ik al zei. Niet mijn mensen.
Dan maar wat meer op mezelf. Tussen de wal en het schip moet je niet met te velen zijn. Bovendien ben ik geen verkeerd gezelschap. En dan af en toe wat 1 op 1 contacten, zoals straks met mijn oudere stelletje of eens in de zoveel weken met Inez. Zo'n zelfde soort eenling, maar dan van Belgische origine.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten