Raar maar waar. Als je je spullen een nieuwe plek binnen draagt, krijgt die plek iets eigen. Sta je in de grond te wroeten op je nieuwe plek, dan ben je volgens anderen bezig met aarden en eigen maken. Maar niks, absoluut niks maakt, dat ik me zo op een plek thuis voel of begin te voelen als het doen van de afwas. Of dat nou in een emmer is, zoals een goeie week geleden of in de wasbak zelf kan, omdat de afvoer eindelijk is aangesloten, de handeling heeft iets bezwerends. De afwasmachinegeneratie en andere afwashaters zullen me moeilijk kunnen volgen. Wat geen afbreuk doet aan het voor mij geldende en gisteren wederom bevestigde feit. Noem het een warm bad en het beeld komt dichtbij de genoten werkelijkheid.
Sta je dan bij een geïmproviseerde verlichting. Buiten valt de duisternis in. Binnen draait een muziekje. Vier honden liggen verspreid over de vloer. Een restant witte wijn onder handbereik. Het eiland is opgeschoond en de eerste fluitketel warm water is in de roestvrijstalen gootsteen gegoten. De temperatuur hanteerbaar maken met een scheut koud water uit de put en de glazen kunnen in het sop. Hèt moment, waarop ik me opgenomen voel worden door de plek, het huis.
Hoe moet dat zijn als binnen een paar dagen het warme water zomaar uit de kraan komt? Een luxe, die ik in de keuken voor het laatst aan de Oude Gracht in Utrecht heb mogen genieten, nadat ik daar een kleine keukenboiler onder het aanrecht had gemonteerd ....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten