In de studentenflat in de kast boven de gang was het iets aparts, bijna stiekums, gestapeld in fel oranje rekken van de Blokker. Aan de Eykmanlaan gaf het een goed gevoel en heb ik er een muurkast voor omgebouwd. Aan de OudeGracht leek alles op z'n plek te vallen en tegelijkertijd in verhouding tot de kelderruimte in het niet te verdwijnen. In Frankrijk kreeg het een functionele plek toegedicht, die verder nooit waar is mogen worden. En nu, opgestapeld in de voorkelder van een simpele boerenwoning in een gehucht in Roemenië geeft de uit het verleden meegesleepte wijnvoorraad de plek iets onwerkelijks, zeg maar gerust: iets belachelijks.
Een hobby, die meer en meer niet heeft willen passen in het vigerende leven en waarvan het resultaat nu definitief uit de hand is gelopen.
Ik ga er een mooi plek voor maken. Dat ben ik al die flessen, die van hot naar her zijn gesleept, bijna schuldig. Een laatste rustplaats. Bij het naar beneden dragen van de kisten, was er ineens het besef, dat ik me die hele voorraad niet zie opdrinken. Niet omdat het teveel zou zijn of ik niet lang genoeg zal leven, maar simpelweg, omdat mijn smaak is veranderd. Alles rood is en ik tegenwoordig voornamelijk wit drink en in z'n algemeenheid neig naar 'lichtere' wijnen. Hoe was dat ook weer met verkeren?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten