Gezeten op een buitenbank in het vrijwel lege busstation voor het eerst vandaag de rust om het gebeuren van de dag te laten passeren. De reflectie wordt enkel bij tijd en wijle verstoord door een vrouwelijke zwerver, die op een meter of tien druk in discussie is met haarzelf en een sok of zoiets, die uit haar linkerbroekspijp over de grond sleept.
Wat te doen met de haperingen van het geïmplanteerde correctiemechanisme voor de cardiologische machinerie? Waarom ben ik in het gewone ziekenhuiswezen blijven hangen en niet in een privékliniek terecht gekomen? Moet ik me druk maken om iets wat nog nooit gedaan heeft, waarvoor het in mijn lijf is gestopt? Nu is druk maken natuurlijk nooit goed, maar toch is iets veranderd en het houdt me bezig.
Het heeft jaren geduurd voor ik aan het ding gewend was. Je went vervolgens ook aan het feit, dat je het ding hebt. Ook al doet het ding niet veel meer dan 24 uur per dag, zeven dagen in de week mijn hartgegevens registreren. Het is als een verzekering tegen brand of diefstal. Het geeft een goed gevoel, behalve bij het betalen en verder hoop je er nooit gebruik van hoeven te maken. Valt het weg verandert er feitelijk een hoop, maar praktisch gezien niets. De kansbereking krijgt een andere draai, een extra element erbij, de afwezigheid van de eerst wel aanwezige verzekering.
Dat ik terug naar Frankrijk zal moeten voor het noodzakelijke onderhoud is vervelend, maar op dit moment een prettiger idee dan om hier de kennismaking met de ziekenzorg zonder fatsoenlijke voorbereiding voort te zetten. De timing is gewoon beroerd. Het gaat weken duren, voordat ik meerdere dagen weg kan. Weken waarin ik me mag herverzoenen met de nog zinlozer geworden aanwezigheid van het ding.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten