Het blijft allemaal een beetje hangen. Ergens, een eindje van de kant, niet noodzakelijkerwijs in het midden. Ver genoeg om aan mezelf te zijn overgeleverd. Geen steunpunten, geen houvast, niks om me tegen af te zetten. De aanstormende winter heeft hier vast een vinger in de pap. Omschakelen, daar kan een hoop tijdwinst worden behaald.
Winterslaapneigingen. Daar kan geen siësta tegenop. De boel de boel laten maar dan nu in een herkenbaar kader. Had ik toch voor een hutje op de hei moeten gaan ipv een restauratieproject in een dorp in Roemenië. Misschien ook alleen moeten blijven. Alleen is alles altijd makkelijker, gezien vanuit een samenzijn met een ander.
Mijn zus, een van mijn zussen, heeft het goed bekeken. Niet dat haar leven nou zo'n bewuste keuze is geweest. Die waar ik aan refereer, heeft haar deel van wat leven heet ruimschoots voor d'r kiezen gehad. Maar ze heeft er een vorm aan weten te geven, waar ze vrede mee heeft. Als ze bijv. lezen wil, doet ze dat en zonder problemen de hele dag. Geen zin om op te staan? Dan blijft ze gewoon liggen. Poetsen? Ach, wie heeft er last van, als ik het niet doe? Dus doet ze het, als ze er zelf last van krijgt. Etc.
Ze heeft de boel beter onder de knie dan ik. Zover ben ik nog niet. Ik pas en meet nog zonder een kloppende plaatje bijeen gelegd te krijgen. De buitenkant, letterlijk, is na zes jaar redelijk voor elkaar. Mijn ergernis naar de aannemer toe is zeker deels ingegeven door het feit, dat dankzij zijn tekortschieten, de afronding van die buitenkant alsnog naar een volgend jaar is getild. Het had af, af, AF (!) moeten zijn. Misschien moet ik daar maar eens van af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten