Het is ingepakt en dat niet alleen, het moet weg. Het blokkeert de keuken zo ongeveer. Voor vieren zou het opgehaald worden. Inmiddels is het kwart over vijf. Wachten. De bezigheid in mijn leven die kan rekenen op mijn grootste afkeer.
Afhandelen en verder gaan. Zo werkt het in mijn leven. Geen een beetje hier, een beetje daar, van alles een beetje en van niks alles. Ik wacht. De honden wachten. Het koken wacht. Mn dat laatste, daar had ik me op verheugd en wordt nu dwarsgezeten door de ergernis over het wachten. Het verstoort mijn ritme en ritme is alles, als je iets goeds (op tafel) wilt neerzetten. Geen afleiding, geen gegluur over mijn schouders en vooral niet moeten wachten op iets wat helemaal niks te maken heeft met dat, waar ik me op probeer te concentreren. 'Focussen' is het tegenwoordig.
De zwakte van een sterke kant. En als ik nu niet oppas word ik nog obstinaat ook. Volkomen nergens op slaand, maar dat doet kwaadheid meestal al niet.
Ik denk, dat ik tegen alle voornemens enerzijds en gewoontes anderzijds een fles rode wijn opentrekt en een stel uien ga klein hakken. Misschien werkt het, maar een gewoonte zal ik er niet van maken. Daar hoef de mensheid niet op te rekenen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten