zondag 2 oktober 2016

Spijker-kop

Je kijgt bijna zin in een glaasje als je dit boek leest

Boek (non-fictie) - Op je gezondheid? - Over de effecten van alcohol
(VK, door: Pieter van den Blink 1 oktober 2016, 02:00)

 Dinsdag verschijnt 'Op je gezondheid - Over de effecten van alcohol' van psychiater René Kahn. Pieter van den Blink, die afgelopen zomer besloot de alcohol uit zijn leven te bannen, las het en kreeg bijna zin alsnog een flesje open te trekken.

 Een half jaar geleden zou ik een boek als Op je gezondheid? - Over de effecten van alcohol van René Kahn niet hebben uitgelezen: ondoenlijk voor iemand die alcohol drinkt. Er zit een limiet aan het aantal zinnen met 'verhoogde kans op' dat een drinker kan verdragen.

 Maar ik drink niet meer. Sinds vier maanden loop ik met een iets ander hoofd op een iets ander lichaam door mijn iets veranderde leven. Dat komt doordat ik de alcohol vaarwel heb gezegd. In de vijftig jaar van mijn oude leven was ik een aantal keren dronken, vaak aangeschoten en dagelijks blij als de vijf in de klok zat: dan mocht de kurk eraf. Toen ik drie jaar geleden na wat medische malheur te horen kreeg dat het beter was om het bij twee glazen per dag te houden, 'voor iedereen hoor, maar voor u zeker', begon het rekenen. Gisteren niks gedronken, dan vandaag misschien drie? Als ik bij de lunch een glas wijn drink en daarna een uurtje slaap, telt de avond dan niet als een soort nieuwe dag, met ruimte voor weer twee glazen? Van mijn lolligste vrienden kreeg ik bierpullen zo groot als oliedrums, wijnglazen waar een karper in zou kunnen zwemmen. Want hé, twee glazen zijn twee glazen, toch?

 Donder op, dacht ik begin juni, niet voor het eerst maar wel krachtiger dan ooit. Twee hulpmiddelen heb ik gebruikt om koning alcohol zijn congé te geven. Het ene op recept, het ander zelf gevonden. De huisarts schreef op mijn verzoek Refusal voor. Dat pilletje mag een geslaagde uitvinding heten. Je neemt er een op het moment dat de wilskracht nog kakelvers is. Kom je later op de dag in omstandigheden waar de heimwee naar de drank sterk zou kunnen worden, hoef je toch niet bang te zijn dat je ervoor door de knieën gaat. Lachend had de dokter gezegd dat ik het maar een keer moest proberen: een wijntje of een biertje nadat je een Refusalletje achter de knarren hebt. 'Maar doe dat dan wel thuis.' Je wordt dan namelijk heel snel heel beroerd.

 Mijn andere hulpmiddel is op YouTube te vinden: zoek op Bowie Paxman'. Op 4 minuut 50 van dat interview uit 1999 vraagt Jeremy Paxman aan David Bowie of het klopt dat hij geen alcohol meer drinkt. 'Niet eens een glaasje wijn?' Die vraag werd mij de afgelopen maanden elke keer gesteld als de alcohol ter sprake kwam. Ik denk dan vaak aan een vriend van mij, die is gevlucht uit Iran. Alsof je aan hem vraagt of hij echt nooit meer terug gaat. 'Ook niet voor een paar daagjes?' Bowie, monter en cool, antwoordt: O nee, it would kill me. De afgelopen maanden heb ik dat fragment enkele tientallen keren bekeken. Vraag me niet hoe, maar ik put er een enorme kracht uit.

Anti-alcoholbeleid

 Zodoende kunnen Kahns 'verhoogde kansen' mij niet meer deren. Het is geschreven naar aanleiding van de recente aanscherping van het standpunt inzake alcohol door de Gezondheidsraad. Kahn is oud-lid van dat eerbiedwaardige adviesorgaan voor regering en parlement. In november vorig jaar liet de Raad het standpunt varen dat een dagelijkse doorsmering met twee glazen, voor mannen misschien zelfs drie, bevorderlijk was voor de gezondheid. De Raad adviseert nu te doen wat ik heb gedaan: de alcohol geheel laten staan.

 Tot mijn verbazing trof ik in mijn omgeving los van elkaar vier medici, die niet koud of warm werden van deze beleidswijziging, voor zover ze er al kennis van hadden genomen. 'Ik kan het me niet voorstellen', zei een van hen, een huisarts. Ze had een glas witte wijn in haar hand toen ze het zei.

 Wat Kahn betreft had dit nieuwe advies al veel eerder mogen komen; hij suggereert dat hij het is geweest die er de geesten in de Raad rijp voor heeft gemaakt. Nu het er is, pleit hij voor de onmiddellijke implementatie van een anti-alcoholbeleid, analoog aan dat voor de tabak. Zijn boek moet daarbij helpen.

 Gedreven en helder legt Kahn de werking en de schadelijke effecten van alcohol uit. Hoe onze accumbens, een hersendeeltje ter grootte van een pinda, gewend raakt aan plenzen dopamine in plaats van een druppeltje, hoe ons GABA-systeem, dat zorgt voor kalmte, ontregeld raakt en natuurlijk hoe onze lever verandert in een tijdbom. Het refrein is 'verhoogde kans'. Extra nadruk krijgt de verhoogde kans op borstkanker door alcohol.

 Een enkele keer komt in de Utrechtse hoogleraar psychiatrie een literaire grootmeester tevoorschijn, zoals wanneer Kahn in een Malcolm Lowry-waardige scène een oud-patiënt van hem beschrijft, die hij tegenkomt op een 'prachtige, heldere en nog frisse zonnige zomermorgen in Groningen'. 'Liggend als een Romeinse consul, leunend op zijn linkerarm, uitgestrekt op de bak van een bakfiets, gehuld in een lang en wit gewaad.' Kahn is op weg naar zijn werk in het ziekenhuis. De stomdronken consul, weet Kahn, heeft een leverontsteking en is op weg naar zijn dood. Hoe overtuigend het betoog ook is, van de weeromstuit krijg je zin ook op die bakfiets te springen en te roepen: ja ja, zo kan-ie wel weer, we nemen er nog een. Maar dat doen we niet, we fietsen met Kahn mee de heldere, frisse ochtend in.

Voormalige probleemdrinkers

 Een hoofdstuk met de poëtische titel Het ontkrullen van de hockeystick gaat over die twee glazen per dag, waar de Gezondheidsraad dus van is afgestapt maar waar de medische stand volgens mijn onderzoek (n=4) nog kalm mee doorgaat. Er zijn, beaamt Kahn, veel studies (de oudste uit 1981) die aantonen dat een klein beetje alcohol beter is dan helemaal geen alcohol. De grafieken waarop de y-as de stervenskans is en de x-as de alcoholinname hebben de vorm van een hockeystick. De steel van de stick staat in een hoek van 45 graden precies tussen x- en y-as in (hoe meer alcohol, hoe groter de stervenskans, lineair verband) maar in de linkeronderhoek van de grafiek zit het gekrulde deel van de hockeystick, waardoor de laagste stervenskans niet bij nul maar bij twee glazen ligt.

 Op Kahns bureau liggen 84 wetenschappelijke studies die dat bewijzen. Hij zet zich aan de taak om ze te weerleggen. De clou is dunnetjes. De krul van de stick zou worden veroorzaakt doordat de groep niet-drinkers (die dus volgens die 84 onderzoeken een hogere kans op overlijden heeft dan de innemers van een glaasje per dag) niet alleen bestaat uit levenslange geheelonthouders, maar ook uit voormalige probleemdrinkers of liefhebbers die wel zouden willen drinken maar om medische redenen niet mogen, types als Bowie en ik dus. Wij hebben een verhoogde stervenskans. Niet omdat we niet drinken, maar omdat we in het verleden de beest hebben uitgehangen of omdat we ziek zijn (geweest).

 En de keurige tweeglaasjesdrinkers, die de onderkant van de krul naar beneden drukken, zijn gewoon van die degelijke types die behalve dat ze nooit doorzakken ook nooit te hard rijden, onveilig vrijen of extra mayo op hun friet nemen. Hun leven is saai, maar lang, om Sylvia Plath te parafraseren.

 Het lijkt erop dat de westerse samenleving, met zijn gezondheidsobsessie en zijn doodsangst, bezig is aan een paradigmawisseling. 'Verhoogde kansen' bedreigen onze illusie dat we het leven geheel onder controle hebben. Dus die moeten uitgebannen worden. Inzichten als dat van de Gezondheidsraad en boeken als Op je gezondheid? komen als de samenleving erom vraagt. De dag zal aanbreken dat Kahns grote wens, een verbod op alcohol in publieke ruimtes, werkelijkheid wordt. Hoe goed ik me ook voel in mijn iets veranderde leven, als het zover komt, begin ik toch een illegale kroeg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten