Zoals bij al het andere zwiept de beleving van het hier ook van dik in de plus naar de andere kant van het spectrum zonder waarschuwing of speciale reden. De momenten waarop ik mezelf betrap op neurieënd genieten wisselen elkaar af met irritatie tot regelrechte obstinatie .... mocht dat woord al bestaan. In mezelf dwars zitten ben ik inmiddels, denk ik, nauwelijks te verslaan.
Ondanks het gejojo tussen hemelhoogte en dodelijke droefenis aardig wat kilometers gemaakt. Verdwalen in deze door verkeersaders doorsneden stad is nauwelijks mogelijk. Er zijn wat gebieden voor voetgangers gereserveerd maar daar heeft de middenstand nog nauwelijks van de mogelijkheden gebruikt gemaakt. De activiteiten beperken zich tot de boulevardachtige straten èn dan vaak in de vele door de bebouwing omsloten hofjes. Herkenbaar aan de grote toegangspoort en vele, als uitnodiging bedoelde reclameborden. Het is iets tussen Boedapest en Barcelona in.
Prachtige binnenplaatsen vaak. Prachtig omdat niemand van de omwonende zich geroepen voelt tot het doen van onderhoud. Weelderig groen. Bomen. Struiken. Oude, rondom de binnenplaats lopende balcons of net beperkt tot een kant. Plekken die in Boedapest ronduit imponerend konden zijn, je dwongen tot gepaste reserve maar hier aantrekkelijk zijn door hun gewone toegankelijkheid.
De vaak dwars op de straat gebouwde, erg lange huizen bieden soms de entree tot onverwacht diepreikende winkels of net tot hokjes, die nauwelijks meer ruimte bieden dan nodig is om de deur te openen. Daar kijkt Barcelona om de hoek. Zou het beter zijn om daar te zitten nou? Lulkoek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten