In Frankrijk was het steeds de eerste Pastiche, in Italië was het een campari-soda ... Beide drankjes stonden synoniem voor pret, feest en vakantie. De waarde van de pastiche devalueerde toen we naar Frankrijk verhuisden. En van de campari-soda op locatie is het daarna nooit meer gekomen. Zelfs afgelopen jaar in Rome heb ik de behoefte niet gehad.
Op de reizen naar Frankrijk werd soms zelfs speciaal gestopt, ergens in een nest in het troosteloze grensgebied van Noord-Frankrijk met Waals- België. Als het tenminste niet zes uur in de ochtend was, als we daar passeerden. Een uur of vier later was echter geen probleem. Pastiche was Frankrijk, zonder konden we niet verder.
Nu is het 11:41 en ik heb best trek in iets alcoholisch. Eerder Kir dan Pastiche of zelfs gewoon rosé. Het is nog steeds dat sluimerende gevoel van feest en het vieren van de dag, maar wat ooit een grensverleggend functie had, dat drankje vóór het middaguur, vecht tegenwoordig tegen de bierkaai van betutteling. De camapri-soda's in I Salari op het terras van dat oversized vakantiehuis waren iets daar verheugde je je al op die van morgen, als je nog met die van vandaag bezig was. En nu steeds vaker die belerende neiging tot correctie. Notabene van mezelf. Alsof genieten niet meer mag. Alsof je de dood, want daar gaat het dan toch weer om, erdoor kunt misleiden of je je genoodzaakt voelt om in perfecte lichamelijke conditie de pijp uit te gaan. "Ik leef gezond, dus ga niet dood.", dè dwaling van tegenwoordig. De mens is en blijft een raar wezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten