Gistermiddag weliswaar mijn ongewilde stokpaardje bereden, maar het feitelijke punt, waar de schoen wringt gemist. Als het zover is, dat je vertrek uit het leven aanstaande is en je weet het, kun weinig anders meer. Misschien wat verzet, als je niet platgespoten bent met morfine, maar niks meer. Daar gaat het dus niet om.
Waar het wel om gaat, is dat het gewoon ook nu, straks of overmorgen kan gebeuren. Onverwachts, dus. Dat geeft je leven een vreemde bijsmaak, een morbide dynamiek. Belemmert meer dan het aanjaagt. Je plukt minuten ipv dagen en laat in één adem (de laatste?) door een hoop versloffen vanwege de permanent met alles meehobbelende onzekerheid. Of je schuif dingen voor je uit. Wie dan leeft, die dan zorgt. Plannen maken krijgt iets surrealistisch en wat gerealiseerd is iets overbodigs. Het is alsof altijd en overal een auto van rechts, nee, links kan komen, met dien verstande dat het in dit geval weinig uitmaakt of je een stap terug doet of doorloopt. Het is dat zwaard aan een zijdendraadje, dat al voor de helft is doorgesleten, terwijl je geen kant op kunt om het vallen te ontwijken.
Een niet aflatende wisseling tussen opluchting en vrees. Soort van wisselstroom. Een leven als de tocht van the Prince of Persia door het doolhof. Gaat de volgende stap goed of fout? Met het niet onbelangrijke verschil, dat je het spelletje steeds weer opnieuw kunt beginnen en opslaan, als je weer een valkuil of ander dodelijk obstakel ervaren en vervolgens omzeild hebt. Het leven kent geen weg terug.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten