De nacht, ik zou er niet meer mee bezig zijn, was nog niet wat het zijn moet. Weer een of andere rare stuip maar gelukkig geen uren durende toestanden. Tweede helft van de nacht diep weg geweest. Dan ligt ik blijkbaar zo stil cq verkrampt in mijn bed, dat ik behalve weinig soepel mijn bed uit schuif, ieder gewricht persoonlijk een uitnodiging moet doen toekomen om zich in beweging te zetten.
Sta ik voor de nog ontbrekende badkamerspiegel en constateer, nauwelijks een paar minuten terug in de dagelijkse realiteit, dat ik altijd al heb gevonden, dat het leven meer een kwestie van afzien was dan dobberen op een roze wolkje, maar dat vergeleken met wat komen gaat, het voorbije deel waarschijnlijk meer weg heeft gehad van het al genoemde wolkje, dan ik door heb willen hebben.
Kuch. Maandagochtend. Spuug het bloedrode tandpasta mengsel in de wasbak. Was de spiegel er wel geweest, had ik me eens diep in mijn ogen gekeken, een wenkbrauw, waarschijnlijk de linkse versie, opgetrokken en me hoofdschuddend omgekeerd. Het is, dat het maandag is, anders zou het een kwalijk begin van de dag zijn geweest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten