Parijs in augustus. De stomste tijd om de stad te bezoeken. De meeste kleine zaakjes zijn gesloten en alle talen van de wereld, bijna, in de straat behalve Frans. Veel oversized Amerikanen en opvallend weinig Aziatische types. Daarvoor een heel harem voor de deur van het Mandarin Oriental in de buurt tussen Opera en Madeleine. Bijzonder om zo'n hele club gesluierd dames op een kluitje te zien kleppen, terwijl het haantje druk bezig is met het personeel en de auto's. In eentje past zo'n verzameling vrouwen niet en dan de ene bak protseriger dan de andere. Zou d'r nog een hiërarchie bestaan van wie in welke kar mag of moet rijden? Vast wel.
Een buurt die er wel mag zijn, maar nauwelijks aan mij besteed is. Alle zaken met een portier aan de deur en opvallend ontbrekende prijskaartjes in de étalage. Nu ben ik al niemand die winkels in- en uitloopt als er niks gekocht moet worden, maar uitnodigend werkte het niet op me. Eerder uitdagend en een neiging tot pesterig gedrag opwekkend. En wat erger was, geen restaurant te vinden dat open was en daar bestond net wel behoefte aan. Uiteindelijk wel iets gevonden en na de lunch de Seine overgestoken. Van de exclusiviteit naar de massa, korte broeken, veel bloot, bier en fastfood. Zo'n plek die overal op de wereld kan liggen.
Ff later de metro in richting auto en aansluitend de namiddagdrukte ingedoken op de A4 richting de A86. Dat was Parijs voor deze keer. Nu richting het Roemeense platteland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten