Mijn 'grote vriend' is het hoekie om. Ik kan er geen traan om laten. Meestal stemt me een overledende uit het dorp droevig. Zelfs als ik ze nauwelijks ken. Ditmaal gaat dat niet gebeuren. Deze vent stond me de ene keer met een riek te bedreigen, omdat ik weer een keertje over 'zijn pad' liep met de honden. De andere keer, als hij zijn vrouw verving in de bar, liep hij met gratis chips te slijmen, als ik een bier bestelde.
Zou me benieuwen wat 'm fataal geworden is. Als hij zich weer een keertje voor mijn neus stond op te winden, vreesde ik wel eens, dat z'n hart het zou begeven. Geen hoop, maar vrees. Wat kon die man zich opwinden. Hij kreeg dan een hoofd zo rood, dat hij op een luciferstokje leek.
Voor z'n vrouw, stukken sympathieker, betekent het een tweede jaar in het zwart. Nog geen jaar geleden haar moeder begraven en nu haar man. Beleefdheid gebied, denk ik, om bij de begravenis te zijn. Het zijn bijna buren. Condoleren ga ik in ieder geval niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten