Gisteravond weer heerlijk uren zitten lezen. Mooi boek. Niet zozeer de prozaïsche uitweidingen van de hoofdpersoon over haar ontdekking van en liefde voor de taal als wel het tijdsbeeld dat geschetst wordt vanuit het gezichtpunt van de opgroeiende hoofdpersoon.
Het zijn kleine dingen die "O ja"'s oproepen. Soms zelfs bijna hardop. De vader als boeman. De bijna als besmettelijke ziek behandelde protestanten in een katholiek dorp. Rondtrekkende verkopers aan de deur, vulpennen en korsetdragende moeders. De maatschappelijke afstand tussen arm en rijk in een dorp, de manier waarop met geestelijk minderbedeelden werd omgegaan, de a-socialen, tegenwoordig sociaal onaangepaste lieden ter sprake komen. De opkomst van Fresia's als snijbloem, de familiefeesten in kring met al die ooms en tantes in een leeg geruimd huis, horloge op de 1e heilige communie, de Schlagers, etc. Allemaal erg herkenbaar.
De dialogen in plat-duutsch blijven irritant hoe goed ik ze ook zonder verklaring kan lezen en begrijpen. Ik moet ze bijna altijd hardop lezen en dat verstoort het leestempo en -ritme.
Ook mooi hoe terloops draden afgewikkeld worden of dingen aangestipt worden zonder ze te benoemen, die toen nog in de taboesfeer zaten. Aangenaam leesspul.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten