Openbaarvervoer. Een duur grapje. Eerste klas weliswaar maar toch. Ruim 160 euro. Daar kun je een aardige auto voor huren. En dan nog je euro boete voor een los kaartje ipv de OV-kaart. En vervolgens het hele in- en uitchecken met het via de poortjes gedoe. Geen conducteur gezien, maar dat mag niet verbazen.
Met een beetje onwil kun je nog steeds zonder kaartje reizen, maar het wordt je niet makkelijk gemaakt. Zeker niet op de grote stations als Utrecht en Amsterdam. De reis is er verder niet minder aangenaam om. Jammergenoeg zijn de intercities vrijwel allemaal dubbeldekkers. Die dingen geven het reizen een benauwd tintje. Je gaat of voor je gevoel met de billen over de bielzen of zit tegen het plafond aangedrukt.
Gelukkig geen treinspringers. Dus in twee uur voortvarend van de ene bouwput naar de andere. Gezellige middag en in de avond retour met iets meer geregel. Zo begon ooit de carrière buitenshuis. De trein naar Utrecht. Of rechtstreeks of met overstappen in Sittard. Er is door de jaren heen een hoop geschoven met vertrektijden, eindbestemmingen, zelfs met het overstappunt, maar in principe is het nog steeds die halfuurse verbinding van de Limburgse uithoek naar het hartje van het land.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten