vrijdag 21 juli 2017

Krimp

 Half zeven naast je bed staan en om acht uur er weer in terug willen. Het bedverblijf is alweer weken aan heftige schommelingen onderhevig. Later d'rin, vroeger d'ruit. Soms met een terugval en regelmatig het soort spijt van vanochtend. Van ruim tien uur naar krap zeven met een tendens naar nog minder. Ik zou blij moeten zijn. Ben dat ook. Mijn fysiek is het daar lang niet atijd mee eens. Zoals mijn fysiek de laatste jaren wel meer op en aan te merken heeft op wat ik zou willen.

 Doorbijten maar, denk ik. Die vroege ochtenden bevallen wel. Het is zomer tenslotte. Dat is straks een ander verhaal, als ik in het donker het bed uit stap. Maar ook dan zou he best nog weleens kunnen zijn, dat die paar uurtjes extra me goed bevallen. De rust van de ochtend. De ontbrekende dwang van het begin van de dag. Nu wandelen en vervolgens het blog, straks omgekeerd. Maar dan na twee uur niet toe zijn aan luciferstokjes als ondersteuning van de oogleden.

 Ik heb nog een dikke mnd omdat voor elkaar te krijgen. De ochtenden zijn af en toe al verdacht fris en over vier weken zal dat eerder regel dan uitzondering zijn. Eind augustus is het weer tijd voor de ooievaars om met hun hier opgetrokken kroost zuidwaarts te keren. Dan hebben we nog een mnd of twee de mogelijkheid van een mooie nazomer en dan duikt ergens in november het kwik in winterse richting. Waarom denk ik daar nou aan? De tijd gaat snel genoeg, geen reden om daar op vooruit te lopen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten