vrijdag 4 november 2016

Branden

 Acht uur geweest en de eerste koffie voor vandaag. Acht uur 's avonds wel te verstaan. De tweede infuus-sessie achter de rug met een kleine Roemeense inleiding voor vertrek. De aannemer kwam met het vreemde voorstel om met een dikke spijker een soort brandpunt, brandmerk op de neus van het hondje te maken. Dan kon alle ellende naar buiten en zou het jonge hondje nergens meer last van hebben, enkel nog hoeven te herstellen. En ik moest iets met aspirine, vooral bij de andere pup. Mariana kende het gebruik. Het branden dan.

 Ik kan me niet heugen, dat de aannemer het daarover heeft gehad bij zijn dobermannen. Zoals hij het in eerste instantie gebaarde kon ik er niets kwaads in zien. Met een gloeiende punt een minuscuul gaatje in de neushuid branden, kon de ramp niet zijn. Ik kan me een tijd herinneren, dat een paar mafkezen rondliepen met een gaatje in hun hoofd. Natuurlijk hoor je altijd alleen het begin. Hoe dat afgelopen is, zou ik niet weten. Het had iets met contact en hogere machten te maken, als ik me goed herinner.

 De feitelijk uitvoering van het voorstel van de aannemer, wat volgens mij iets uit de zigeunerwereld zal zijn, was wat minder subtiel. Niet de punt maar de zijkant van de spijker werd op het neusje gedrukt en van minuscuul was bij het gaatje bepaald geen sprake. En echt tot op het bot. Het beestje bleef er wonderwel rustig onder. Mag hopen, dat dit een beetje netjes heelt.

 De dierenarts schudde enkel zwijgend het hoofd, toen hij het zag. Aan het infuus knapte het beestje weer zienderogen op. Deze arts trok het virusverhaal weer deels in twijfel. Zo worden we nog meer op en neer geslingerd tussen hoop en vrees, dan zonder die wisselende diagnoses al het geval was.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten